19-09-1821
Vandaag weet ik precies waar Christiaan 196 jaar geleden was. In Den Haag, in pension “De Kerseboom” van H. Stakenburg in het Lamgroen.
Het is de datum dat de laatste brief, die ik gevonden heb, van Christiaan verzonden werd. Het is een hartverscheurende brief waarin te lezen is hoe moeilijk hij het heeft.
“Sire,
Geeft met den meest verschuldigde Eerbied te kennen Christiaan van der Vegt oud zevenenzeventig Jaren en zeven maanden woonachtig te Weesep doch alhier gelogeert in het Lamgroen bij H. Stakenburg –
Daar ondergetekende in den Jaar 1762, in dienst ben geweest bij Zijne Hoogheid den Heere Prins van Weisburg en ik heb alles verlooren zinds den Jaar van vijfennegentig en ben nu reeds drieënveertig Jaaren behept geweest aan Zware Breuk het welk mij mijn ambacht belet en ik heb niet de minste bestaan om van te Kunnen leven
Zoo wende ik mij ootmoedig tot uwer Koninklijke Majesteit met nederige beede dat het uwer Koninklijke Majesteit behagen moge om aan mij een geringe Gratificatie te ondersteunen, ten einde dat ik mij nog eeningzinds daar van kan ondersteunen van deze winter God die Die zal uwer Koninklijke Majesteit daar voor zorgen en uwer Koninklijke Majesteit neeme in overweging en ik vlei mij dat ik niet ongetroost van uwer Koninklijke Majesteit verweiderd worde daar toe geve den God Zijne zegen en gij uwer Koninklijke Majesteit vinde een beloning in Uw Edel geweten als het uw in stille oogenblik toeroep gij heb heden een goede daad verricht
met de meest onderdanen hebbe ik de eer mij te noemen
Uwer Koninklijke Majesteit Dienaar
C van der Vegt
’s Hage 19 septr 1821
Adres
bij H. Stakenburg
in de Kerseboom
in het LamGroen”
In het Nationaal Archief ligt het originele exemplaar waar zichtbaar op is dat hij de brief niet zelf geschreven heeft. De handtekening is duidelijk van een ander handschrift als de brief.
In het Nationaal Archief is ook terug te vinden wanneer de brief bij hen is binnen is gekomen. Alle stukken horend bij de brief zijn HIER te lezen.
Ook het antwoord van burgemeester Jan Schimmel:
“Christiaan van der Vegt, geboren aan de Kust van Guinée, houdt gedurende den Winter zijn verblijf binnen deze Stad, en geniet als dan van de gereformeerde Diaconie ondersteuning gelijk alle andere armen, met hem gelijk staande en ontvangt daar en boven van de commissie van Warme spijsuitdeling tweemaals Weeks behoorlijk portien Warme en Voedzame soepen, hij heeft ook nog de Post van Turf en Korendrager enzv: des Zomers reist hij op Kermissen met eene Fluit of speelt in Spellen Voor Moorsche Koning. Of dat bedrijf hem genoegzame gelden kan opleveren om gedurende den Winter van te Kunnen bestaan is ons onbekend.
En kunnen op dit stuk zonder subvmissie niet anders adviseren dan alleen Wat het verleenen van gratificatien aan belangd zulks aan de goedheid van Z.M. over te laten.”
En hoe het afgelopen is? Januari 1822 kreeg Christiaan te horen dat hij geen ondersteuning kreeg…..
Hoi Annemieke,
Over Den Haag gesproken, nog niet bij je gelezen (maar dat kan helemaal aan mij liggen).
https://www.haagshistorischmuseum.nl/tentoonstelling/afrikaanse-bedienden-aan-het-haagse-hof
Groeten! Jan
Klopt hoor, ik weet ervan maar Christiaan komt daar niet bij voor.
Hartverscheurend.