Antwoord op Tweede Brief (I)
Daar zaten we dan, twee nazaten, samen op zoek naar de originele tweede brief van onze gemeenschappelijke voorvader in het Noord-Hollands Archief te Haarlem. Onze betovergrootmoeders zijn de zussen Kaatje en Geertrui van der Vegt, kleindochters van Christiaan.
Om maar meteen met het slechte nieuws te beginnen, de originelen hebben we niet kunnen vinden maar wel de afhandeling van de brief. We weten zelfs nu wat Christiaan als antwoord gekregen heeft.
Ook deze keer heb ik, net als bij de eerste brief, voor het overzicht een digitale tijdslijn gemaakt.
De hele brief van Christiaan is HIER te lezen.
Om eerlijk te zijn word ik een beetje ongedurig wanneer ik lees wat de burgemeester van Weesp over Christiaan geschreven heeft.
“5. dat Hij, ja! met derzelfs huisvrouw in geene
gunstige omstandigheden is verkeerende, en daarom
wekelijksch onderstand van Diakonen der Ge
reformeerde Gemeente ontvangt, echter zijne twee Zoonen
waarvan een met verlof zich alhier bevindt, werk
ende zijn, en alszoo voorzichzelfs het brood kun
nen verdienen, daar geene andere zijner kinderen
zich bij hem bevinden”
“Wij vertrouwen dat door dit aangevoer
des UHEgestr overtuigd zult zijn, dat het ver
zoek van den requestrant omtrent zijne gesus
tineerde Pretensien geene aanspraak kan
of vermag te maken, te meer daar hij door zijn ver
zoek om (zoo mogelijk) de uitbetaling te willen
bevelen. zelve schijnt gevoeld te hebben dat zijne pre
tensie aan tegenspraak onderhevig was.”
Het hele antwoord van de Burgemeester van Weesp is HIER te lezen. Ben benieuwd of anderen ook even achter hun oor krabben na het lezen.
Deze brief is dus via de Gouverneur bij de Minister van Binnenlandse Zaken terecht gekomen. Hij schrijft weer naar de Gouverneur: (het hele document staat HIER)
“De pretenties van den Rekuestrant wel verre van deugelijk te zijn”
Hierna volgt er de officiële reactie, begeleid met een stuk papier waar voor mij opvallende zaken op staan:
Er staat C. van der Vegt met een “g” en niet met “ch”. Of de schrijver heeft goed gekeken naar Christiaan zijn ondertekening of hij schrijft uit zichzelf de naam zo. De Burgemeester schrijft het in ieder geval niet zo. Wat ook opvalt is dat het uit Brussel komt. Koning Willem I was daar regelmatig. Toch bijzonder dat Christiaan zijn brief daar gelezen is.
Christiaan heeft een afschrift gekregen van het antwoord wat door de minister van Binnenlandse Zaken naar de Gouverneur is gestuurd:
“Er zal een afschrift deze dispositie
aan den Requestrant worden uitgereikt
tot deszelfs informatie,”
De brief begint met iets wat ik een paar keer gelezen heb en ik vraag mij nog steeds af of er werkelijk bedoeld wordt wat ik er lees: “aan Zijne Majesteit gepresenteerd”
Zou Koning Willem I werkelijk Christiaan zijn brief hebben gezien of wordt er bedoeld dat het aan de Koning geadresseerd was…
De brief is verder vriendelijk maar geeft aan dat ze Christiaan niet kunnen helpen. De hele brief is HIER te lezen.
Zou Christiaan hier genoegen mee hebben genomen, vraag ik mij af. Antje schrijft in haar brief aan dezelfde Koning Willem I dat haar vader een aantal jaren een gratificatie heeft gekregen.
Eigenlijk denk ik dat er nog ergens een derde brief is, eentje die wel effect heeft gehad, maar aan wie zou hij die gestuurd hebben? In welk archief zou ik die kunnen vinden…….
Wat me opviel: de afschriften waren in opvallend goede staat.
Printers zouden wel moeite hebben met de dikte van deze voorlopers van ons “A4tje” maar het papierformaat wijkt volgens mij verder nauwelijks af.
Heel leuk om er een keer bij te zijn, Annemieke.