Tijdens de Brievenzoektocht in het Nationaal Archief hebben we het hele dossier van Antie van der Vegt, weduwe Britting haar brief uit 1830 kunnen vinden. Ruim een jaar geleden schreef ik over de vondst van de brief in het archief van Weesp en als ik het terug lees, realiseer ik mij hoeveel ik geleerd heb. Niet alleen over Christiaan maar ook over onderzoek doen en dankzij Michel Doortmont met wie ik in het Nationaal Archief was, begrijp ik steeds meer hoe ik alle stukken rondom zo’n brief kan vinden. Geloof mij, hij moet geduld hebben met mij want archieflogica is niet mijn talent.

De brief is gedateerd op 29 april 1830, hierdoor konden we in de Agenda de brief opzoeken.

De brief is ingeschreven op 4 mei 1830 en heeft No 30 gekregen. Er werden van zo’n brief kopieën geschreven en die werden doorgestuurd voor advies. Deze brief is via Noord-Holland in Weesp terecht gekomen alwaar men informatie heeft ingewonnen over Antie haar vader Christiaan.
“na de getuigenis van bejaarde lieden” en men heeft in de boeken van de Kerk gekeken. Er wordt een brief van drie kantjes teruggestuurd, tot advies komen ze echter niet:
“Na deze opgave zult Uw E[del] Gestr[enge] ons wel verder excuseren van een bepaald advies uittebrengen, daar verder niets stelligs van haar omstandigheden aan ons bekend is.”

Een “kladje” van deze brief ligt in het archief van Weesp en ken ik al langer. Het heeft mij onder andere geleerd dat Christiaan heeft opgetreden als de Koning van Candia. Nu denk ik dat hij dat gedaan heeft in de winter van 1815 in Krefeld maar daar heb ik nog geen bewijzen van.

Antie haar verzoek is afgewezen, dat staat te lezen in onderstaand document, geschreven door de Administrateur van Gevangenissen en Armenwezen.Ik vraag mij steeds af wat Antie toen is gaan doen. Ze had tenminste drie kleine kinderen bij haar, Alexis (1823), Catharina (1826) en Christiaan (1830). De laatste twee kennen wij later als de Japaneesjes. Zou Antie van april tot juli zijn blijven wachten op antwoord? Of zou ze weer met haar scchuit op pad gegaan zijn, op weg naar jaarmarkten en kermissen om op te treden als de sterke Indiaanse dame?

In het archief vonden we ook de originele brief en ze heeft duidelijk iemand destijds gevonden om de brief voor haar te schrijven, misschien dat er daarom wat vreemde namen in staan en dat D’Arrest zijn naam verhaspelt is. Zelf heeft ze de brief wel ondertekend, daardoor is ook duidelijk te zien dat ze hem niet schreef.

Ik blijf het bijzonder vinden dat ik een brief heb vastgehad die zij ook heeft vastgehouden. Ooit hoop ik dat ook te kunnen doen met een brief die Christiaan heeft vastgehouden.
Mocht je haar handtekening beter willen zien, klik de afbeelding en hij wordt vergroot.

Als adres gaf Antie op:
Ik heb getracht het adres terug te vinden maar waarschijnlijk hebben de straten nieuwe namen gekregen. Wel vond ik op de Beeldbank van Den Haag een plaatje wat mij een idee geeft van hoe het was. Mocht iemand de plek weten, ik hoor het graag! Ook ben ik benieuwd naar wat voor jacht een Bovenlander was in 1830.

De ophaalbrug over de Oost Singelsgracht tussen Zwarteweg (l) en Zuid-Oost-Buitensingel door M. Saubine

Het hele dossier met alle gevonden stukken horend bij de brief van Antie van der Vegt is natuurlijk in te zien via de Google Drive.

UPDATE:
Drie jaar eerder is er een schilderij gemaakt van het Voorburgstraatje! (Dank Te Stortelder!)

Een huis in het Voorburgstraatje, lopend evenwijdig aan de latere Pletterijkade. (1827)