Het is bijna zover, aanstaande zondag reis ik naar Wolfenbüttel om daar deel te nemen aan:

39th International Wolfenbüttel Summer Course
Early Modern European Black Studies

Ik verheug mij er enorm op en ben al erg druk met het lezen van alle stukken die gemaild zijn. Natuurlijk zal ik er ook daar vandaan blijven bloggen.
In de middag is er tijd om eigen onderzoek te gaan doen en ik ga op zoek naar Christiaan in het archief van Wolfenbüttel. Want ik heb gepuzzeld en ben tot een conclusie gekomen, het zou zomaar eens kunnen dat ik niet de eerste Van der Vegt in Wolfenbüttel ga zijn.

Louise van Oranje Nassau rond 1790

In zijn tweede brief schrijft Christiaan:
“dat Hij Suppliant, na bevorens te zijn in dienst geweest van hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe den princesse Douairière Frederika Louisa Wilhelmina van Brunswijk”

Wij kennen haar ook als Louise van Oranje Nassau, zuster van Koning Willem I. Omdat de tweede brief, de eerste was die ik gevonden heb, ben ik vanaf het begin van het onderzoek al aan het puzzelen wanneer Christiaan dan bij haar in dienst geweest kan zijn.

Louise is in 1770 geboren, Christiaan was toen bij Abraham D’Arrest en bleef daar tot 1788. Louise huwde in 1790 met Karel Georg August erfprins van Brunswijk-Wolffenbüttel en ging wonen in Brunswijk staat er op internet. Welk paleis weet ik nog niet maar het zou zomaar Schloss Wolfenbüttel kunnen zijn, waar ik volgende week op uitkijk.
Tussen 1780 en 1791 kregen Christiaan en Kaatje 9 kinderen, daarna duurde het 5 jaar voor Antje geboren werd in 1796. In zijn laatste brief schrijft Christiaan:
“ik heb alles verlooren zinds den Jaar van vijfennegentig”

Wat gebeurde er in 1795 bij Louise?
“Na de vlucht van de stadhouderlijke familie in 1795 naar Engeland verslechterde haar financiële situatie omdat de renten uit Holland wegvielen.” (Bron knaw)

Christiaan schrijft ook:
“na bevorens te zijn in dienst geweest [……]; de bedieningen heeft waargenomen van pluimgraaf der stedelijke zwanendrift en lantaarnopsteker der stad Weesp”
De eerste keer dat ik hem als Pluimgraaf in de boeken van Weesp heb teruggevonden is in 1798.

U voelt het wel aan, ik ga op zoek of Christiaan tussen 1791 en 1795 in Brunswijk – Wolfenbüttel was in dienst bij Louise. Ik heb gepuzzeld en geschoven met alles wat ik nu weet, het tijdvak 1791 – 1795 is enige mogelijkheid waar ik de ruimte zie dat Christiaan bij Louise in dienst kon zijn.

Ik weet al waar ik het eerst naar ga kijken. Dochter Antje meldt dat haar vader in de laatste jaren voor zijn dood een gratificatie heeft gekregen.:
“En dat haar dikwerf genoemden Vader altoos zelfs tot aan het smertlijk overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe de Princes Gemalinne, toen Douarriere van Z[ijne] D[oorluchtige] H[oogheid] den Heere Prins Willem de Vijfde aan het Hof is bekend geweest, en zelfs door en tot het overlijden van H[are] K[oninklijke] H[oogheid] Mevrouwe de Princes van Oranje en Nassauw met eene Jaarlijkse Gratificatie is begunstigd.”

In het archief in Wolfenbüttel liggen in ieder geval stukken die ik heel graag wil inzien!