Christiaan zijn woorden
Was dit blog tot nu toe gevuld met mijn woorden over Christiaan zijn levensverhaal, door de vondst van zijn eerste brief aan Koning Willem I, volgt nu zijn levensverhaal in zijn eigen woorden. Ik was er stil van……
“13 nov. 1815
Aan Zijne Majesteit den Koning
Geeft erkentelijk te kennen Christian van der Vecht, geboortig aan de Kust van Guinee, oud 73 Jaren en wonende te Weesp.
Dat de Suppliant in den Jare 1764, benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nassau en Vriesland, en op de hoge order van Haare Koninklijke Hoogheid het on ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toedoening van het Christendom, aan welk voorrecht de Suppleant zich steeds met schuldige dankbaarheid herinnerd, als ook dat hij in latere Jaren het groote voorrecht heeft genoten uwe Majesteits doorluchtige Heer Vader met het Hoogen geselschap, op de Jagt te vergezellen.
Dat de Suppliant ter beloning van een 23 Jarige dienst bij den Heere Burgemeester D’Arrest te Weesp voornoemd, is begunstigd met de bedieningen van Pluimgraaf, Lantaarn aansteker en zakkedrager aldaar, welke gecombineerd aan de Suppliant voor Vrouw en 6 kinderen, het nodig echter sober onderhoud opleverde tot den Jare 1811, tijde wanneer door den Heer Maire de bedieningen van Pluimgraaf en Lantaarn aansteker zijn afgeschaft.
Dat aan den Suppliant alleen de bediening van Zakkedrager is overgebleven. Waar dan zeer geringe winsten zijn verknogt en dien halven zoo door het gemis van gemelde bedieningen als van twee zijner Zoonen (welke de Eer genieten onder de Vaandels van uwe Majesteit te dienen) zich in armoede ziet gedompeld, waar van ten bewijzen strekt het declaratoir van den Heere Burgemeester der Stad Weesp voormeld, in dato 17 oktober dezes Jaars, het welk de Suppliant de vrijheid neemt te annexeren en uit hoofde van zijn hooge Jaaren buiten staat, eenige andere beroepen te kunnen waarnemen om tot Levensonderhoud van vrouw en Kinderen te verstrekken.
Deshalven de Suppliant zich wendt tot uwe Majesteit, eerbiedig verzoekende, dat het hoogst denzelven moge behagen, de suppliant in de bevorens door hem waargenomen bedieningen van Pluimgraaf en Lantaarn aansteker te Weesp te doen herstellen of te wel aan den Suppliant tot subsistentie van zijn ongelukkig en verarmd Huisgezin een Pensioen toe te schikken.”
De brief die ik in Weesp vond was een afschrift van het origineel, dus niet in Christiaan zijn handschrift. Deze brief geeft veel informatie en ik ga op zoek naar bronnen die het kunnen bevestigen wat er staat.
Op Google Drive is de vondst in te zien.
Complimenten voor het vinden van deze eerste brief! Behoorlijk nieuw inzicht!
Super!
Super Mooi!!
Annemieke,
Leuk dat je dit hebt gevonden.
Ik denk dat je het origineel kunt vinden bij het Koninklijk Huisarchief in Den Haag.
Of anders kan men je daar wel vertellen waar dergelijke stukken zijn te vinden.
Succes met je interessante onderzoek.
Dank u wel, Oom Ruud. Mede door uw tochtjes naar het stadsarchief in Amsterdam!
Ambtshalve brieven aan de koning kun je vinden in het archief van het Kabinet des Konings, dat bevindt zich in het Nationaal Archief in Den Haag. Wie weet is er zelfs een Koninklijk Besluit te vinden. Antwoorden op dit soort zaken zou ik verwachten in de inkomende brieven van de correspondentie van de gemeente, dus daar zou ik zeker ook even zoeken.
Beste Yvette,
Na 1840 liggen deze stukken inderdaad in KvK, maar ervóór bij de Staatssecretarie. Willem I regeerde zo’n beetje bij KB en er is zelfs een aparte sectie indices voor verzoekschriften. De dossiers zelf zitten echter in het algemene verbaalarchief, wat voor Staatsecretarie in deze vroege periode tientallen dossiers per dag kan betekenen. Willem I was nogal een druk baasje als bestuurder. Daarbij is het verbaalsysteem niet vlekkeloos ingericht. In principe zouden de stukken op datum van “gezien” (exhibitum) gerangschikt moeten zijn, maar dat is niet altijd het geval. Ook niet als dat wel zo in de agenda staat. Bovendien wilde men bij een herhaald verzoek nog wel eens een dossier lichten en bij het nieuwe verzoek opbergen, zonder daarvan dan aantekening te maken in de (oorspronkelijke) agenda. In het onderhavige geval zijn bijna alle stukken inmiddels boven water, behalve de dossiers uit de Staatssecretarie. Annemieke heeft daar al wel naar gekeken, maar ze nog niet gevonden. Dit ondanks dat we exhibitumdatum(s) en nummer(s) kennen en de vermeldingen in index en agenda er ook zijn. Ik ga binnenkort zelf kijken of ze te vinden zijn. Een KB zal er niet zijn vermoedelijk, omdat de zaak twee maal naar Weesp is doorgeleid. Wel moeten er twee brieven zijn waarin de uitslag van het onderzoek en reactie van Weesp aan Christiaan gemeld worden. Daarnaast is het interessant om te weten of de Koning iets doet met de referenties aan hofdienst door Christiaan en zijn persoonlijke relatie met de jong Willem.
Groet,
Michel
Fascinerend, mijn ervaring beperkt zich inderdaad tot de periode na 1840. Ik wist niet dat het voor die tijd anders was ingericht. Bedankt voor deze mooie aanvulling, veel van geleerd!