Met enige vertraging gaat de jury dan toch de Nederlandse Prijs voor de Genealogie over de jaren 2018-2019 toekennen. Twee jaar geleden was ons nog niet duidelijk hoe lang uitstel ten gevolge van Covid zou gaan duren. Maar gezien het aantal  inzendingen en de kwaliteit daarvan leek het ons gepast de winnaar de Nederlandse Prijs voor Genealogie publiekelijk uit te reiken zodra dat mogelijk zou zijn.

De jury was eensgezind in de keuze van de winnaar. Dat heeft te maken met een bijzondere constellatie van kwaliteiten die de onderzoeker creëerde na het doen van een toevalsbevinding.

Meer genealogen kennen dat, iets vinden waar je niet naar zoekt. In een onderzoeksvreemd archief een testament tegenkomen dat onvermoede familierelaties blootlegt, of een saillant detail over het leven van een voorouder.

Totaal onverwacht een bijzondere voorouder vinden is nog een ander verhaal. Dat overkwam de winnaar van de Nederlandse Prijs voor Genealogie. Dat overkwam Annemieke van der Vegt.

Een voorvader van haar blijkt een Afrikaanse man te zijn, omstreeks 1743 in Guinee geboren en waarschijnlijk als vijfjarig kind is meegenomen naar Nederland. Hij brengt zijn kindertijd door als bediende in het stadhouderlijk Huis Oranje- Nassau en treedt in 1765 in dienst van de burgemeester van Weesp. Hij wordt Presto genoemd maar krijgt bij zijn doop in 1777 de naam Christiaan van der Vegt. Enkele jaren later huwt hij een meisje uit Weesp, Kaatje de Bas. Zij krijgen samen tien kinderen. Christiaans latere leven wordt gekenmerkt door armoede, wat onder meer blijkt uit vier brieven die hij tussen 1815 en 1821 richt aan Koning Willem I. Christiaan overlijdt in 1825.

De Prijs betreft uiteraard niet de vondst van deze voorvader  – inmiddels een kleine tien jaar geleden – maar het vervolg. Annemieke van der Vegt is een uitgebreide en diepgaande zoektocht begonnen in archieven en andere historische bronnen naar leven en omstandigheden van Christiaan, Kaatje en hun nazaten. Zelfs naar zijn ouders en sociale omgeving in Elmina. Zij doet daarvan op een aanstekelijke manier verslag op een website met de titel “Hoe heette Christiaan”. Zij beschrijft de vondsten en de vervolgvragen die altijd weer worden opgeroepen, alsook haar gevoelens daarbij. Elk nieuw blog leidt tot veel reacties van lezers, ook in de vorm van aanvullende informatie of hulp bij het zoeken in archieven.

Iedere kans is en wordt door Annemieke van der Vegt benut om dichter bij de mens, ook de zeer jonge mens, Christiaan te komen. Zoals een goed gedocumenteerd jeugdboek van Guus Kuijer alsook een gesprek met kinder- en jeugdpsychiater Glenn Helberg. Van het zoeken naar mogelijke afbeeldingen van hem tot een reconstructiepoging van zijn DNA.

Geleidelijk aan verbreedt haar onderzoeksgebied zich. Zij draagt in belangrijke mate bij aan de totstandkoming van de expositie ‘Uit de schaduw’ in het Museum Weesp. Een expositie over rijke families in de 18e eeuw in Weesp. Met Afrikaanse bedienden, die op sommige schilderijen ‘in de schaduw’ zijn afgebeeld.

Een geestverwant vindt Annemieke van der Vegt in de kunstenaar Joyce Vlaming. Deze exposeerde in 2019 in het Centraal Museum van Utrecht met haar geschilderde portretten van dergelijke bedienden. Deze zijn op haar schilderijen uit de oorspronkelijke context gelicht en van bijfiguur tot hoofdpersoon geworden. Annemieke en Joyce zetten vervolgens gezamenlijk het project ‘Nog onbekend’ op met als doel de identiteit van de in vroeger eeuwen afgebeelde personen te achterhalen.

Ook vanuit de wetenschappelijke hoek komen zinvolle aanvullingen. Met name Michel Doormont is daarbij betrokken. Het onderwerp is actueel aangezien het past binnen het huidige denken over slavernij en kolonialisme.

Jonge bedienden zoals Christiaan fungeerden als modieus statussymbool van welgestelde kringen. Zij zijn voor zolang het dienstverband duurde een exotisch symbool van koloniale macht en overheersing. De soms zeer jonge mensen kwamen op onvrijwillige basis naar Nederland. Christiaans dochter Antje schrijft in 1830 in een brief aan de Koning dat haar vader als kind is gestolen uit Guinee. Van een eerdere ‘immigrant’, Abraham Johannes, staat bij zijn doop in 1754 geschreven dat hij als kind is gekocht in Elmina, door de man die hem meenam naar Weesp.

Annemieke, tien jaar geleden was jou van dit alles niets bekend. Bijzonder hoe jij na de vondst van jouw bijzondere voorouder zo volhardend en met een open geest zijn voetsporen bent gaan volgen. Je hebt zelf een grote ontwikkeling doorgemaakt en doet daarvan verslag op een manier die veel mensen inspireert.

Christiaan zou trots op je zijn geweest, op wat je hebt gedaan en op wat je in gang hebt gezet.

Je bent naar de mening van de jury de terechte winnaar van de Nederlandse Prijs voor Genealogie 2018-2019!