On ontbeerlijk onderwijs
“Dat de Suppliant in den Jare 1764, benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nassau en Vriesland, en op de hoge order van Haare Koninklijke Hoogheid het on ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toediening van het Christendom, aan welk voorrecht de Suppliant zich steeds met schuldige dankbaarheid herinnerd,”
Al een poos ben ik op zoek wie Christiaan dat “on ontbeerlijk onderwijs” heeft gegeven. Tot nu toe heb ik twee kandidaten.
Maria Louise haar “huispredikant” was Johannes Henricus Schrader, hij komt duidelijk in aanmerking als degene die de lessen heeft gegeven.
Een andere kandidaat is Prof. dr. Petrus Conradi. Hij is professor in de Godsgeleerdheid te Franeker en al vaker vroeg ik mij af of hij degene is die Christiaan dat “ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toediening van het Christendom”, heeft gegeven. Zou Maria Louise hem gevraagd hebben om les te geven aan haar Afrikaanse bediende?
Terwijl ik het blog aan het voorbereiden ben over de erfgenamen, stuit ik weer op Prof. dr. Petrus Conradi.
Bij het nogmaals doorlezen van de afhandeling van het testament van Abraham D’Arrest jr. lees ik tot mij verbazing de naam Conradi.
Nu begint voor mij het puzzelen, ik wil begrijpen hoe Petrus Conradi terecht is gekomen in de afhandeling van Abraham D’Arrest zijn testament.
Ik begin met het nogmaals doorlezen van alle documenten. Het is “notaristaal” en ik moet toegeven dat ik niet alles begrijp maar de namen goed kan lezen.
Adrianus van Wena kom ik tegen, hij was de zwager van Abraham D’Arrest sr. via zijn echtgenote Antonia van Wena. Christiaan heeft ook Antonia bediend, zij overleed namelijk in 1782, hij was toen al 17 jaar in dienst van het echtpaar.
In het document lees ik “Huijsvrouw wijlen vrouwe Adriana van der Valk” en die achternaam heb ik eerder gezien! “Christina van der Valk weduwe den Hooggeleerde Heer Petrus Conradi“, staat er op de andere pagina.
Nu wordt het tijd om de stamboom van de familie D’Arrest uit te breiden met de “Van Wena tak”.
Het was even puzzelen maar de stukjes zijn op hun plaats gevallen. Adrianus van Wena was niet alleen de zwager van Abraham D’Arrest maar ook de zwager van Petrus Conradi via de echtgenotes die zusters waren.
Hoe het precies met het geld en de erfenis is gegaan, begrijp ik nog niet helemaal, dat komt nog wel. Het wordt voor mij nu nog belangrijker om te weten of er link te vinden is tussen Petrus Conradi en Maria Louise van Hessen Kassel. Is hij degene die “op de hoge order van Haare Koninklijke Hoogheid” Christiaan “het on ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toediening van het Christendom,” heeft gegeven?
Bij navraag blijkt er in het Fries archief heel weinig aanwezig te zijn over Conradi. (Dank Tjerk voor het kijken!)
Hoe Christiaan precies in Weesp bij Abraham D’Arrest sr. is beland is nog steeds een raadsel. Op verschillende plekken leer ik over de goede relatie tussen Stadhouder Willem V en D’Arrest en heb ik een bezoek van Stadhouder Prins Willem V aan Huize D’Arrest gevonden. Het zou kunnen dat de stadhouder na het overlijden van zijn grootmoeder Maria Louise, Christiaan gegeven heeft aan D’Arrest, maar het echte bewijs daarvan heb ik nog niet gevonden. Dus zoek ik door, ik wil documenten of bronnen zien dat het zo gegaan is….
Voor mij is nu Petrus Conradi ook een duidelijke kandidaat die er mogelijk voor gezorgd heeft dat Christiaan vanuit Leeuwarden in Weesp terecht is gekomen.
Ik lees geen Latijn maar vond wel iets waarop en Maria Louise en Johannes Henricus en Petrus Conradi op vermeld staan…
Misschien toch weer een stapje dichterbij Christiaan zijn verhuizing van Leeuwarden naar Weesp?
Leuk om te lezen!
Het wordt steeds interessanter Annemieke.
Boeiend Annemieke, ik blijf lezen en links aanklikken. Vooral nu het Friese aspect meer in beeld komt! (Y)
Vraagt en nodigde uit Petrus Conradi Ac(ademisch?)
Beste Annemieke , Bij mijn archiefwerk (wat het digitaliseren van dode mensen inhoudt) worden de “lijken” van dode mensen waarvan geen naam bekend is, omschreven aan hun kleding. Daarbij stuitten wij op het Haarlems Streepje, of Haarlems ruitje. Bij het zoeken naar wat dat is ontdekten we de tentoonstelling in Haarlem, die al voorbij is, jammergenoeg. Maar ook diverse verwijzingen naar boeken, die gedigitaliseerd zijn, waarin het Haarlems streepje vermeld wordt. Het blijkt een stof te zijn die ook in fort Elmina bewaard werd om waarschijnlijk de slaven in te hullen bij hun overtocht. Wat mij vooral opvalt in die boeken hoe gewoon en hoe vaak er slaven vermeld worden. Het lijkt heel normaal in die tijd om daar openlijk over te praten. Een schip met 200 slaven, een schip met 225 slaven (en allerlei andere zaken). Ik weet dat dit niet in je onderzoek past, maar het is voor mij een eyeopener. Groeten, Tessy
Ja, ik lees ook soms stukken met verbazing. Het blijft dan lastig om de 21ste eeuwse bril af te zetten….
Dank voor je toevoeging, ik leer steeds bij!
van de gewone mensen