Afgelopen week mocht ik een nieuw vermoeden van Annemieke van der Vegt beoordelen. Doordat ze het DNA van veel afstammelingen van Christiaan laat meten, krijgt ze steeds meer DNA van Christiaan, maar leert ze ook veel van de afstammelingen. Daarnaast hebben de voorouders een redelijk aantal onbekende vaders. Dit past bij de tijd, regio en sociale klasse van veel familieleden in de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw.

In dit geval ging het om het vermoeden van de vader van de overgrootvader van haar vader (Hendrik). De overgrootvader had, net als enkele zussen en broers, geen vader benoemd bij de geboorte (1812-1826). Van Hendrik en zijn partner Kaatje zijn o.a. 5 achterkleinkinderen via een zoon gemeten. Daarnaast 3 achterkleinkinderen via een dochter. Tevens zijn er nog 3 achterkleinkinderen van Geertrui, een zus van Kaatje.
Van de vermoedelijke vader (B.) waren 3 achter-achter-achterkleinkinderen gemeten. Tevens nog vier personen iets verder weg. Ook enkele uitzonderlijke personen waren gemeten, zoals een afstammeling van de zus van Hendrik.

De belangrijkste gegevens waren 7 bekende afstammelingen van B., 8 van Kaatje en Hendrik en 3 van Geertrui. Dat waren dus alles bij elkaar 7×8=56 paren tussen B. en Kaatje en Hendrik en 7×3=21 paren tussen B. en Geertrui. Niet alle paren konden beoordeeld worden, want niet alle paren zaten in dezelfde database. De meesten zaten in dit geval in de My Heritage database.

Als het vermoeden juist is, is de meest nabije match “half 3C1R”. De theoretisch meest waarschijnlijke afstand is 14 cM. Blaine Bettinger geeft als meest waarschijnlijke waarde 42cM en een range van 0-165cM. Willem Vermeulen en ik hebben bij een eerder onderzoek eens simulaties gedaan. Bij grote matches komen de drie vrij goed overeen. Bij kleinere matches zijn er verschillen, als gevolg van een selectie effect in verzamelde data van Bettinger.
In de data die ik kreeg ben ik begonnen met de 12 waarden die een half3C1R zouden kunnen zijn. Dit bleken 12 waarden tussen 0-104cM te zijn, met een gemiddelde van 47cM. Dit betekende dat het vermoeden van Annemieke juist zou kunnen zijn. Vervolgens ben ik gaan kijken naar mogelijke alternatieven.

Afstammelingen van B. hadden matches met verschillende kinderen van Hendrik en Kaatje en geen matches met de afstammelingen van Geertrui. Dit leek te betekenen dat het via de match via de lijn van Hendrik kwam. Doordat er langs verschillende lijnen meerdere mensen gemeten waren, waren er veel paren om de matches te beoordelen. De scenario’s dat het uit de lijn Kaatje kwam, of uit een lijn via een partner van de kinderen van Hendrik en Kaatje bleek niet mogelijk te zijn. Het moest dus via Hendrik, of in elk geval de DNA-partner van Kaatje zijn.
Vervolgens zijn de alternatieven overwogen: vader van B., broer van B., zoon van B., of een scenario waar Hendrik niet DNA-partner van Kaatje. is, bleken niet mogelijk te zijn. Een scenario als “de vader van B.” viel bv.. af omdat de hoogste matches te hoog waren voor een afstand half3C2R.

Conclusie: dankzij de vele testen langs de verschillende lijnen bleek het dus mogelijk om de vader van Hendrik (geboren in 1812) aan te wijzen. Hopelijk kunnen we straks ook nog de Y-DNA bevestiging krijgen.

Voor de zoektocht naar een onbekende voorvader uit de 19e eeuw of ouder: test zo veel mogelijk familieleden, met name neven/nichten of afstanden als 1C, 2C, 3C, 4C (neven/nichten tot achter-achter-achterneven/nichten), en bij voorkeur langs verschillende zijtakken.

Wim Penninx