Opleiding Pluimgraaf
Pluimgraaf: “Oorspronkelijk een hoge ambtelijke functie: Degeen die het toezicht hield op het gevogelte van een vorst of ander hooggeplaatst persoon. Later werd de term ook gebruikt voor minder voorname oppassers van het gevogelte op een buitenplaats.”
In mijn reconstructie van Christiaan zijn leven is het beroep Pluimgraaf een lijn die ik probeer te volgen om ook zo meer te weten te komen over andere aspecten van zijn leven.
Wanneer zijn dochter Antje in 1862 in het ziekenhuis ligt, geeft zij als beroep van haar vader Pluimgraaf op.
Bijna 40 jaar na het overlijden van Christiaan. Lang heb ik gedacht dat ze dat zei omdat het goed klonk maar daar begin ik nu aan te twijfelen. Misschien beschouwde Christiaan zichzelf als Pluimgraaf en gaf hij dat zo door aan zijn kinderen.
Steeds meer raak ik ervan overtuigd dat Pluimgraaf een beroep was waar je een opleiding voor nodig had. De vraag is dan: Waar kreeg Christiaan zijn opleiding?
Eerst maar eens recapitulatie van alles wat ik weet over zijn activiteiten als Pluimgraaf.
Het is bewezen dat op de Buitenplaats Leeuwenveld van familie D’Arrest, bij wie Christiaan 23 jaar in dienst was, vinkenjachten werden gehouden.
In de tweede brief (1816) aan de Koning schrijft Christiaan dat hij “pluimgraaf der Stedelijke zwanendrift” was.
De Burgemeesters van Weesp zijn in hun antwoord op de derde brief van Christiaan ook duidelijk dat hij inderdaad de Pluimgraaf was van de stedelijke Zwanendrift:
“Immers in den Jare 1811 door den toenmalige Prefect van de Zuiderzee aan den Heer Maire geweigerd zijnde een Post van Tractement voor den Pluimgraaf op het Budget te plaatsen. Kwam daardoor vanzelven de voormelde post te vervallen waarvan des […] aan den requestrant is kennis gegeven, door denzelfden Prefect gelast zijnde de stads Zwanen te verkopen weerdt gevolglijk het bestaan van een Pluimgraaf noodeloos.”
In Weesp heb ik hem ook in de boeken van 1798 teruggevonden als Pluimgraaf, helaas is men in het archief het originele stuk kwijt.
In 1804 en 1805 plaatste hij advertenties waarin hij zwanen aanbood:
Als ik een sommetje maak met het aantal zwanen wat hij aanbood was de zwanendrift toch aanzienlijk. Het versterkt mijn idee dat iemand niet zomaar uit het niets tot Pluimgraaf benoemd kan worden…..
Dus ga ik terug in de tijd.
Christiaan schrijft in 1815 aan Koning Willem I dat hij diens vader vergezeld heeft bij de jacht:
“Dat de Suppliant in den Jare 1764, benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nassau en Vriesland, en op de hoge order van Haare Koninklijke Hoogheid het on ontbeerlijk onderwijs heeft genoten tot toedoening van het Christendom, aan welk voorrecht de Suppleant zich steeds met schuldige dankbaarheid herinnerd, als ook dat hij in latere Jaren het groote voorrecht heeft genoten uwe Majesteits doorluchtige Heer Vader met het Hoogen geselschap, op de Jagt te vergezellen.”
Ik lees hieruit dat hij na 1764 Stadhouder Willem V vergezeld heeft bij een jacht. In het boek “Vincken moeten vincken locken: vijf eeuwen vangst van zangvogels en kwartels” van Ignaz Matthey lees ik:
En wat vind ik op de site van het Rijksmuseum?!
In juli 1767 vond er een Reigerjacht plaats op ’t Loo. Zou Christiaan als Pluimgraaf aanwezig zijn geweest bij deze jacht? Reigers en valken zijn tenslotte ook gevogelte.
“met het Hoogen geselschap, op de Jagt te vergezellen”
Zou er ook maar ergens in een archief een overzicht liggen van wie er bij deze jacht aanwezig waren? Misschien heeft één van de aanwezigen ergens iets geschreven over die dagen op ’t Loo. De audiëntieboekjes beginnen later, dus die geven ook geen respijt over de aanwezigen. Deze jacht vond 3 maanden voor het huwelijk van Willem V en Wilhelmina van Pruisen plaats. Zou het daarmee verband hebben gehad?
In de Maandelykse Nederlandsche Mercurius van 1767 staat een klein stukje over deze jacht maar geen informatie over de aanwezigen. Opvallend is wel dat hier opvolgend aankondigen zijn over het voorgenomen huwelijk…
Sinds kort werk ik in Apeldoorn, op een zijstraat van de Jachtlaan, vlakbij ’t Loo. Regelmatig vraag ik mij dan ook af of Christiaan daar gelopen heeft.
Mocht dit de jacht zijn waar Christiaan naar verwijst in zijn brief, dan heeft Willem V hem niet zomaar gevraagd om aanwezig te zijn. Hij moet geweten hebben dat Christiaan iets kon met gevederde dieren. Dit gaf mij een reden om weer een stap verder terug te gaan.
In het boek van Ignaz Matthey wordt ook verwezen naar de archieven van de houtvester in het Nationaal Archief. Na even zoeken vond ik het.
Ik heb het aangevraagd, ben naar het Nationaal Archief gereisd en ben een middag gaan bladeren in de boeken. Alle pagina’s die ik gefotografeerd heb, staan op de Google Drive, kijk gerust welke vogels allemaal met netten gevangen werden….
Ik heb een aantal aanvragen gevonden die mij reuze nieuwsgierig maken.
“1763 Lijste der …gegevende Permissien om met netten te leggen in het zaijsoen van 1763.”
“De Heer Willem Weijtz, Inspecteur van der Stallen van Zijne Hoogheid den Heere Prince Erfstadhouder & & & om … op het land van den Duijnmeijer Hendrik van den Brink, voorbij de Plaats van den Heer Tile…”
Opeens moet ik denken aan de post van Esther Schreuder over Cupido en Cedron, zij kwamen tussen 1763 en 1766 op het Stadhouderlijk Hof: “Ze sliepen toen boven de stallen, kregen onder andere dansles en dienden samen met de andere pages tot vermaak van Willem V.”
Zou Christiaan ook boven de stallen geslapen hebben?
Wanneer ik terug blader in de boeken zie ik vaker permissies waar ik eigenlijk wel veel meer van wil weten.
1761:
1760:
Willem V was toen 12 jaar oud.
“De Heeren Pages van Zijne Doorl: Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, Erfstadhouder &&&& om …; agter Vau.chel in de Goudmijn”
1759:1758:
Zou Christiaan hier het vak van Pluimgraaf geleerd hebben? Van alle functies die Christiaan gehad heeft, lantaarnopsteker, zakkendrager, fluitist, pijper bij de Schutterij, kermisganger, intendant, toneelspeler, is pluimgraaf toch de enige waar een opleiding voor vereist lijkt te zijn. Misschien dat daarom Antje ervoor koos om dit beroep op te geven. Ze zou zich niet geschaamd hebben voor kermisganger, zij was dat zelf haar hele leven.
Dit vraagt toch om meer onderzoek, de vraag is alleen waar zou ik meer kunnen vinden? Ik wil ook meer weten over Willem Weitz, Inspecteur van de Stallen. Misschien kom ik Christiaan wel in zijn buurt tegen….. en wordt hij door hem opgeleid.
Het heeft dan ook wel logica dat de 19 jarige Willem in 1767 verzocht heeft dat de 24 jarige Christiaan (die dan nog Presto heet) hem vergezelde bij de Jacht…..
Goed speurwerk weer!
Vakwerk weer!!!