Het is hier al een poosje stil, niet omdat het klaar is maar omdat ik een halfzijdige gezichtsverlamming heb opgelopen (Bell’s Palsy) en deze minder snel geneest als verwacht. Hierdoor vertraagt één en ander een beetje.
Dit blog hoort bij de serie naar mijn zoektocht naar Christiaan in de periode dat hij Carolina van Oranje-Nassau diende.
Al langere tijd wilde ik schrijven over Honselaarsdijk, het grootste slot dat in Nederland heeft gestaan en de woning van Carolina van Oranje-Nassau en Karl Christiaan van Weilburg-Nassau in de periode 1760-1764. Christiaan heeft hen beide in die periode ieder geval gediend daarom kan het bijna niet anders dan dat hij er ook gewoond heeft. (Wanneer je op de afbeelding klikt, kom je op een grotere versie)
Er zijn verschillende afbeeldingen van en bovenstaande heb ik gekozen voor een reden die straks duidelijk wordt.
Het boek “Het Huis Honselaarsdijk” van Th. Morren werd mij geadviseerd en via boekwinkeltjes heb ik het aangeschaft.
Behalve dat het boek uitgebreid schrijft over de periode rond de aanwezigheid van Carolina, staat het ook vol met verwijzingen naar bronnen. Daar word ik altijd heel blij van.
De gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek worden regelmatig aangehaald en laten die nu net in mijn boekenkast staan. Ook wordt er verwezen naar de “gedenkschriften van een voornaam Nederlandsch beambte“, die heb ik besteld.
In de gedenkschriften van Hardenbroek kwam ik een bekend verhaal tegen op pagina 255.
Er staat: “Nog heeft den hertog (Brunswijk) een dispuut met het hof van Holland en de Ed.Gr M. selve nopens een knegt van de prins van Wijlburg, die op Honselaarsdijk vastgehouden sijnde vandaer een de hoge krijgsraid is overgegeven, omdat een domisticq van een militair geconsideerd wierd.”
Dit verhaal ken ik! Dit gaat over Balsam, de bediende die een dukaat van de Prins stal en deze in zijn mond stak toen hij betrapt werd in 1762. Ik heb een uitgebreid blog over hem geschreven. Nog steeds heb ik meerdere vragen over Balsam. Wanneer ik op die achternaam zoek, vind ik nagenoeg niemand. In de gerechtelijke stukken vind ik wel zijn gehele naam, Christoph Fredlich Balsam. Ik blijf mij afvragen of hij ook van Afrikaanse afkomst was en of Christiaan zijn opvolger was. In Christiaan zijn brief staat dat hij in 1762 de Prins van Weilburg ging dienen.
Er waren al eerder bedienden van Afrikaanse afkomst op Honselaarsdijk. Deze afbeelding is een detail van de afbeelding, gemaakt door Daniël Stopendaal.
en ingekleurd:
In het boek wordt vermeld dat Carolina en haar echtgenoot regelmatig op bezoek gingen bij de dichter Willem van der Pot. Hij schreef over haar
“de aanminnige Princes, die Lente- en Zomerdagen,
Hier op het land verslijt in lieflijk welbehagen“.
Nu ben ik op zoek naar zijn andere gedichten, misschien heeft hij ergens een woord gewijd aan het gevolg van het echtpaar.
Hardenbroek schreef ook over het gedrag van Carolina en Karl Christian, ze komen er niet zo goed vanaf.
Over Carolina: “dat de jonge prins (Willem V) nog veel beter en sagter van humeur soude wesen als prinses Carolina, want dat deze laatste seer haastig en ook dikwijls quaedaerdig was; dat veele dat wistenen seyden; blijken ook daervan waeren, dat op Honselersdijk zijnde, men dikwijls hoorde sij haer kameniers, beknorde, een souflet (mep, oorvijg) gaf, en se selden lang koste houden“.
Over Karl Christian: “De prins van Nassau-Weilburg had met zijn “domestiquen”, ook dikwijls rusie, terwijl dan den een, dan den andere daer gesegt werd te steelen”
Zouden ze ook zo tegen Christiaan gedaan hebben?… Je gaat het je toch afvragen.
Verleden week was ik samen met Jeroen ter Brugge in Honselaarsdijk om te kijken wat er nog van over is.
Om het maar meteen te verklappen, niet veel.
Zie je mij in de verte staan?
Daar waar de stallen waren en het badhuis, staat er nog. Op de eerste afbeelding zie je ze helemaal rechts staan.
Zo was het en ziet er nu zo uit:
In de hoeken zie je nog waar de torentjes waren.
In de hoek van dit pand zit tegenwoordig ’t Nederhofje waar de koffie wordt gebrand en verkocht. Ik raad iedereen aan die in de buurt is om daar koffie te gaan drinken. Behalve dat de koffie heerlijk is, zijn de mensen reuze behulpzaam en vriendelijk. Wat mij betreft 5 sterren!
Van hen hoorden we dat er nog een muurtje staat dat bij het Huis Honselaarsdijk hoorde. Het was even speuren en goed turen maar we hebben het gevonden!
Zie je het? Het staat in de tuin van de dokter.
’s Avonds hebben we geprobeerd om de contouren van het Huis te plaatsen op de huidige situatie. Dan wordt pas goed duidelijk hoe weinig we er van terug kunnen zien.
Wanneer je heel goed kijkt, zie je rechts de plek van de voormalige stallen. Aan de linkerkant is nog het kleine stukje tuinmuur over.
De rest is allemaal industrieterrein… tijdens onze wandeling over het terrein zagen we niets meer terug.
Gelukkig vind ik in boeken en archieven nog wel meer terug en ga ik met dat onderzoek door. Er komt vast nog een deel 2 over Honselaarsdijk!