Omdat er weer een spannende ontwikkeling is, even een kort berichtje!
Natuurlijk hou ik alle nieuwe DNA matches in de gaten en deze week had mijn vader een bijzondere match! Deze persoon heeft bijna 100% Afrikaans DNA en matcht met mijn vader!
De match is niet groot en dat kunnen we ook niet verwachten. Tussen mijn vader en Christiaan zijn ouders zitten zes generaties. Deze match is geen nazaat van Christiaan maar de eerste mogelijkheid is dat deze match een nazaat is van Christiaan zijn ouders. Ik weet dat we hoogstwaarschijnlijk geen gemeenschappelijke voorouders gaan vinden, als sluit ik dat natuurlijk nooit uit. Waar ik op hoop is dat we, samen met Chloë van de andere Afrikaanse match, de plantage gaan vinden waar haar voorouders en de voorouders van de nieuwe match in slavernij waren…..
Gisteravond heb ik de match een berichtje gestuurd: “First I want to apologize form my English, I hope it will be understandable. My name is Annemieke van der Vegt and I manage the DNA kit of my father Hendrik Anthonie van der Vegt, with who you have a DNA match.
I am excited about the match for a special reason. I do research about the life of my African ancestor. He was stolen as a child from his parents and brought to The Netherlands to become a servant child. Because we decendents want to find decendents of his Africans relatives, we test our DNA. Until now 18 of us.
We found a DNA match on our African DNA in the USA, so we know that his parents or siblings or both were brought in slavery to the USA. The question what happend with his parents is maybe in your familystory….. I hope you want to get in contact with me so we can do more research and learn more about our familystory back to the Westcoast of Africa.”
De afgelopen tijd is het wat stil hier op het blog. De tijden zijn anders door Corona en ook ik heb daar mee te maken. Het wil niet zeggen dat alles rondom “Hoe heette Christiaan?” stil ligt, integendeel.
Soms is er wel de gedachte dat ik misschien wel alles weet wat er te vinden is maar die gedachte is er maar kort. Alleen al door alle digitalisering van archieven kan er nog van alles boven komen. Regelmatig maak ik mijn digitale rondje. Daar zou eigenlijk een programmaatje voor moeten zijn. Je zet er je zoektermen in en de archieven waar je wilt dat er gekeken wordt. Het draait ’s nachts en in de ochtend is er een overzicht van vondsten. Dat zou toch te maken moeten zijn?
In mijn hoofd dwarrelen nog zoveel vragen waar ik antwoord op wil hebben. Ik zou heel graag meer bewijzen vinden over Christiaan zijn eerste 15 jaar in Nederland. Voor mij liggen de puzzelstukjes wel op zijn plaats en passen ze allemaal maar een extra bewijs is zeer welkom.
De afgelopen weken draai ik erg om het onderwerp “Human Zoo”, sinds de vondst van zoon Teunis in zo’n mensentuin laat het mij niet los. Dit boek heb ik gekocht om er meer kennis over op te doen maar ben er nog niet aan begonnen. Ondertussen vraag ik mij af of Christiaan bij Teunis was. In de tijdslijn zou het kunnen…… Hoe ze de eigenaar Heinrich Hill kenden en of ik in Duitse archieven misschien meer er over kan vinden.
Om verder onderzoek te doen naar de door Christiaan ontvangen gratificatie in de laatste jaren van zijn leven, was er een afspraak met het Koninklijk Huisarchief om onderzoek te doen. Natuurlijk is de afspraak uitgesteld maar zodra het mogelijk is, ga ik daar op zoek. Het overzicht van alle archiefstukken die ik wil inzien ligt al bij hen.
De afgelopen tijd zijn er weer uitslagen binnenkomen van DNA tests bij nazaten. Of we de 25% ooit gaan halen is de vraag maar ik ben al heel trots hoeveel we van Christiaan in DNA terug hebben. Het gaat om San, E-African en W-African. Ik ben alle nazaten die meedoen heel dankbaar en hoop dat ook anderen hun DNA steentje zouden willen bijdragen om nog meer Christiaan zichtbaar te krijgen. Door dit DNA kan ik op zoek naar onze Afrikaanse familie, nazaten van zijn ouders. Chloë en ik doen ook onderzoek om de plantage te vinden waar degenen door wie wij DNA delen terecht zijn gekomen.
Zou ik ooit door DNA kunnen achterhalen tot welke bevolkingsgroep hij hoorde? Hausa, Mandinka, Wassa of misschien Fante of één van de vele anderen?
Natuurlijk zoek ik ook nog steeds naar kleinkinderen van wie ik niet weet waar ze gebleven zijn. Jan Christiaan van der Vegt, Christiaan en Cornelis Nassies, ik weet nog steeds niet waar en wanneer ze overleden zijn. Dat geldt trouwens ook voor mijn betovergrootvader Hendrik Bekkers en Christiaan zijn dochter Grietje. Bij haar heb ik het idee dat zij vlak na de geboorte van haar jongste is overleden en de kinderen in een weeshuis terecht zijn gekomen. Haar dochter Maria overlijdt in 1826 en in de kantlijn staat weeshuis…..
Er is nog genoeg, meer dan genoeg om mee bezig te zijn. Christiaan zijn oudste dochter Catharina laat mij ook nog niet los. Ik weet alleen haar geboorte- en overlijdensdatum en dat Johannes Leonardus van Toornburg als goede vriend de aangifte samen met haar broer(tje) Christiaan jr heeft gedaan. Waar was haar vader? Ze was 33 jaar toen ze ongehuwd overleed, waar was ze al de tijd? Wat mij trouwens ook opvalt, de dochters huwen met mannen van ver weg, de zonen met vrouwen uit de buurt. Catharina haar goede vriend vind ik in aktes bij de Vrede- en politiegerechten, misschien die ook maar eens doorbladeren.
Ja, er is meer dan genoeg te doen. Ik heb het dan nog niet over alle andere Afrikaanse kindbedienden waar ik allemaal mapjes over heb op mijn pc. Ik kan het niet laten om ook hun levens te bekijken en door hen zie ik patronen verschijnen die ook bij Christiaan passen. Over één zo’n patroon staat een blog in de steigers. Net zoals er een blog in de steigers staat over achterkleinzoon Aart wiens overlijden vraagtekens oproept.
Ook heb ik de route voor “In de Voetsporen van Christiaan” in Amsterdam gereed. Ik hoop dat in 2021 met geïnteresseerden de kunnen gaan lopen.
Wij leven nu in de Corona tijd maar tijdens Christiaan zijn leven waren er ook pandemieën van bijvoorbeeld Cholera. Daar komt ook nog een blog over, dus ja ik zeg wel even een korte pauze maar er staat al een boel op stapel zodat het echt een korte pauze zal zijn!
En wie weet welke geheimen de archieven nog openbaren de komende tijd!
Deze achterkleindochter van Christiaan is de halfzuster van mijn overgrootvader. Kan je het nog volgen? Beiden zijn kinderen van mijn betovergrootmoeder Kaatje van der Vegt. De afgelopen jaren heb ik een beetje om haar heen gedraaid omdat ik niet helemaal wist wat ik met haar aan moest. De afgelopen dagen ben ik wat beter naar haar gaan kijken in de archieven. Laten we beginnen bij het huwelijk van haar ouders, Christiaan zijn kleindochter Kaatje en de Amsterdamse schoenmaker Jan Fredrik Willem Kortman. Zij huwden in Weesp op 21 oktober 1847. Jan Fredrik Willem Kortman was weduwnaar van Elisabeth Theijs. Zij hadden geen kinderen. Hij Evangelisch Luthers, Kaatje Nederlands Hervormd. Ik ben op zoek geweest naar een kerkelijke bevestiging van hun huwelijk. In Weesp bij de Evangelisch-Lutherse gemeente vond ik geen inschrijving. Andere boeken kon ik online niet vinden..
Kaatje was hoogzwanger want Alida Catharina werd nog geen maand later op 20 november 1847 geboren. In de huwelijksakte is al snel te zien naar wie zij is vernoemd, naar Alida Haije, haar grootmoeder aan vaderskant. Tot mijn verbazing is haar tweede naam Catharina en niet Dirkje, de naam van haar grootmoeder aan moederskant. Is Catharina de vernoeming naar haar moeder Kaatje?
Ze werd geboren in de Pieter Jacobstraat, jammer genoeg staat het nummer er niet bij maar ik bof elke keer weer dat de straatjes nog wel bestaan. Zonder het te weten heb ik er een aantal malen doorgelopen. Volgende keer zal ik er even stilstaan en mij realiseren dat mijn betovergrootmoeder er gewoond heeft.
Ik heb via MyMaps een kaart gemaakt waar haar moeder allemaal gewoond heeft, de Pieter Jacobsstraat heb ik nu toegevoegd.
Lang zullen ze er niet gewoond hebben, in 1849 is er een volkstelling in Weesp en woont Alida Catharina bij haar grootmoeder Dirkje. Haar grootvader Cornelis is in dat zelfde jaar overleden. Ze wordt dus Cato genoemd en dat geeft mij een glimlach. Die naam geeft toch een andere gedachte bij haar dan Alida Catharina. In het vervolg van dit blog blijf ik haar daarom Cato noemen.
Er moet tussen 1847 en 1849 veel gebeurd zijn…. en dat blijkt ook wel uit de ontwikkelingen die er op volgen. Op 13 december 1850 vraagt haar vader echtscheiding aan, haar moeder is dan hoogzwanger. In het echtscheidingsdossier staat over haar moeder “Aangezien uit gehouden getuigenverhoor hoort al …. nader voldoende is bewezen het overspelig en slecht levensgedrag van de Gedaagde. En aangezien overspel grond tot Echtscheiding opleverd.” Ja, die betovergrootmoeder van mij was er eentje!
Op 26 december krijgt Cato haar zusje Dirkje, volgens alle archiefpapieren haar volle zusje, volgens DNA haar halfzusje. Haar vader is Hendrik Bekkers, de man waarmee haar moeder nog zes kinderen krijgt.
Zusje Rebecca, vernoemd naar Hendrik zijn moeder wordt op 18 juli 1852 geboren, anderhalf jaar later, op 15 december 1853 overlijdt ze. Ze wordt geboren in hetzelfde huis als haar zusje. Middenstraat 58. Ik vraag mij altijd af of ze het hele huis bewoonden of een gedeelte.
Broertje Cornelis wordt slechts een jaar oud, geboren op 28 september 1854, overleden op 30 november 1855. Het gezin woont dan in de Gasthuissteeg. Dit is de steeg waar Cato haar oom Christiaan jr ook woonde en waar haar moeder buurman Bruijne gevloerd heeft en voor veroordeeld is. Een leuk weetje: een nazate van de buurman en ik gaan nu vriendschappelijk met elkaar om, het kan verkeren.
Op 11 september 1856 krijgt Cato weer een broertje, hij krijgt de naam van zijn vader die als onbekend op zijn geboorte akte staat, Hendrik. Ook hij wordt in de Gasthuissteeg geboren.
Cato is bijna 12 jaar wanneer een zusje zich aandient, op 1 september 1859 wordt Alida geboren. Vernoemd naar Alida Meijer, grootmoeder van Hendrik. Mijn vader heeft haar gekend, hij ging met zijn ouders op de fiets naar Weesp, op bezoek bij tante Alie. Zij is de eerste van wie ik een foto heb.Alida van der Vegt met haar echtgenoot Kasper van der Werf, ingekleurd via MyHeritage.
Wanneer Cato 16 jaar is, krijgt ze weer een broertje Cornelis en hij haalt net zijn eerste verjaardag niet….. Op 18 april 1865 krijgt ze nog een broertje, Anthonie, vernoemd naar Hendrik zijn grootvader. Hij is mijn overgrootvader. Ik denk dat ze al aan het werk als dienstbode was. Op een woningkaart staat het hele gezin bij elkaar met onderaan het begin van het gezin van haar zusje Dirkje. Cato is 23 jaar wanneer ze op 6 juni 1871 in Loosdrecht huwt met Dirk Bouwknegt uit Muiden. Natuurlijk zullen we nooit weten hoe ze hem ontmoet heeft maar er is een vreemde draai die ik toch wil delen. Sommigen zullen het vergezocht vinden en dat mag. Ik zeg ook niet dat het zo is maar…. ik kan het ook niet zomaar voorbij laten gaan. Al nieuwsgierig? Ik ga proberen het eenvoudig uit te leggen….. Dirk zijn moeder heet Jacoba Landwaart en zij heeft een zus genaamd Willemijntje Landwaart. Willemijntje is gehuwd met Hendrik Wormhoudt en overlijdt in 1869. Hendrik hertrouwt een jaar later. Degene die dit blog volgen zullen misschien de naam Wormhoudt herkennen. Door DNA weet ik dat Hendrik Bekkers, Cato haar stiefvader, een zoon is van Bruijn Wormhoudt net als deze Hendrik Wormhoudt. Ze zijn halfbroers. En nu vraag ik mij af of ze dat geweten hebben…. of ze elkaar gekend hebben…
Door deze akte weet ik dat Cato niet kon schrijven en van beroep dienstbode was. Bij wie ben ik niet achter kunnen komen… Wat ik een verrassing vond “zijnde de vader van de bruid hierbij tegenwoordig, welke heeft verklaard tot de voltrekking van het en deze bedoelde huwelijk zijne toestemming te geven, als mede dat, de toestemming der moeder is gevraagd geworden.” Er was dus nog contact met haar vader en als ik het zo lees was haar moeder niet aanwezig. Zij blijft het enige kind van haar vader ondanks dat hij hertrouwde.
Via het archief Vecht en Venen zien we het echtpaar wonen in Abcoude-Proosdij. Een klein jaar na het huwelijk bevalt Cato van een levenloos geboren zoon. Hierna vind ik geen enkel bewijs meer van een zwangerschap. Ze verhuizen naar Amsterdam en in het Amsterdams Stadsarchief komen we ze op verschillende adressen tegen. Elandstraat 38 Kleine Wittenburgerstraat 3 Laurierstraat 116 Laurierstraat 68
Coll Stadsarchief Amsterdam / Naam vervaardiger onbekend)
Zie je de naam bij “den Borgen“? D.J. van Houten uit Weesp is Douwinus Johannes van Houten, familie van Casparus van Houten die de chocoladefabriek Van Houten oprichtte en niet alleen dat. Dit staat er op parlement.com: “Sociaal voelende fabrikant uit Weesp; neef van de oprichter van de bekende cacaofirma Van Houten. Eén van de rijkste inwoners van het stadje aan de Vecht. Zat voor de liberalen twaalf jaar in de Eerste Kamer. Sprak in de Senaat enkele keren over onderwerpen op het gebied van handel en financiën. Als ondernemer warm voorstander van de Arbeidswet 1919 van minister Aalberse en als inwoner van Weesp begaan met het wel en wee van zijn medeburgers.”
Hij was in ieder geval begaan met onze Cato!
Collectie eerste kamer
Hoe zou hij over haar geweten hebben, vraag ik mij af. Misschien dat ik nog iets meer te weten kan komen door andere archiefstukken. Ik heb de digitalisering aangevraagd:
“Beste Annemieke van der Vegt, U heeft een digitaliseringsaanvraag gedaan voor onderstaande archiefstukken: Archief: 506 – Inventaris van het Archief van De Collegiantenkas Inventarisnummer: 272 – Decharges wegens nalatenschappen van bewoonsters”
Zouden haar broers en zus haar daar ooit bezocht hebben? Alida overleed te Weesp in 1945, haar broers in Amsterdam, Hendrik in 1939 en Anthonie in 1946.
Coll Stadsarchief Amsterdam Vervaardiger: Alberts, Martin
Cato overleed op 5 december 1921, 74 jaar oud op het Rozenhofje zonder nazaten maar haar levensverhaal is niet vergeten.
Nu ik aan huis gebonden ben, heb ik plots tijd voor boeken die al heel lang lagen en boeken die ik onlangs heb gekocht. Ik was onder de indruk van het boekenweekgeschenk.
Leon Herckenrath (1800-1861) en zijn Juliette (1809-1856) zijn van de generatie van Christiaan zijn kinderen. Tien jaar na Christiaan zijn overlijden kwamen zij met hun gezin in Nederland aan. Mijn betovergrootmoeder was toen 15 jaar en Christiaan (1830-1907) en Kaatje Britting (1826-194) waren nog kinderen.
Nu ben ik benieuwd of je boeken aanraders voor mij hebt, boeken die zich afspelen in Christiaan zijn tijd (1743-1825) waardoor ik mij meer kan in leven in zijn tijd.
In 1821 ging er weer een brief, ondertekend door Christiaan naar de Koning. Deze brief heb ik mogen vasthouden in het Nationaal Archief. Wil je het origineel lezen of zien, klik HIER. Het is duidelijk dat Christiaan de brief niet geschreven heeft maar wel zijn handtekening er onder geplaatst heeft. Ik weet nog heel goed hoe het voelde om papier vast te houden wat hij in zijn handen heeft gehad. Mijn vinger legde ik op zijn handtekening en ik voelde de verbondenheid. Links naast de handtekening staat waar Christiaan verbleef op het moment dat de brief geschreven werd.
“‘S Hagen 19 Sept noemen 1821 Adres bij H. Stakenburg in de Kerseboom in het LamGroen”
Dit intrigeert mij sindsdien, hij was tenslotte al op leeftijd, in de brief staat: Geeft met den meest verschuldigde Eerbied te kennen Christiaan van der Vegt oud zevenenzeventig Jaren en zevenmaanden. In de brief beschrijft hij hoe arm hij is en toch verblijft hij bij H. Stakenburg in de Kerseboom in het Lamgroen.
Zoveel vragen…. Wat was de Kerseboom? Wie is H. Stakenburg? Waar is het Lamgroen? Was er in september 1821 kermis in Den Haag? Hoe kon hij zijn verblijf betalen?
Waar het Lamgroen (klik voor het nu) was en is heeft het makkelijkste antwoord, alleen is er niets meer van over. Op de site van het Haags Gemeentearchief vind ik wel een oude foto.
Lamgroen rond 1895. Coll Haags Gemeentearchief
In deze straat bevond zich de de Kerseboom en heeft Christiaan rondgelopen. Zou ik iets over de Kerseboom en haar eigenaar kunnen terugvinden in de archieven?
Het was even speuren maar op 25 april 1838 overleed in Den Haag ene Hendrik Stakenburg met de vermelding logementhouder. Dit moet hem toch haast wel zijn…. toch nog even doorgezocht en ik vond extra bewijs! In Den Haag was een stadsalmanak en wat vind ik daar, een overzicht van de logementen. Zie je het staan? “Kerseboom (De), Lamgroen M 154, H Stakenburg“. Op de overlijdensakte staat “overleden in het huis Wijk M154” Ik heb de juiste Hendrik Stakenburg! Zou het nodig zijn geweest om een vergunning aan te vragen voor een logement of zal ik ergens de aankoop/verkoop kunnen vinden met een omschrijving? Online in ieder geval nog niet gevonden……
Na zijn overlijden neemt zijn weduwe het logement over: Logement vind ik een mooi woord en het verblijf van Christiaan in dat logement is in mijn ogen niet zo zorgwekkend totdat ik een andere omschrijving vind. “Bedelaars-hotel, schets van een logement aan het Lamgroen” Ik ben enorm aan het zoeken geweest of ik dit artikel ook online kon lezen maar niet gevonden. Voorlopig kan ik ook niet naar het archief om het in te zien…. en ik ben zo nieuwsgierig! Hoeveel zou het gekost hebben om daar te mogen verblijven? En hoe verdiende Christiaan dan zijn geld?
Op zoek naar Kermissen in Den Haag en omgeving in september 1821 levert eerst dit op: Zondag 26 augustus 1821 begint de kermis in Voorburg. Een kermis in Den Haag vind ik alleen in mei. Toch denk ik wel dat hij ergens aan het optreden was. De burgemeesters van Weesp werd een reactie gevraagd op deze brief en dit schreven zij:
“Christiaan van der Vegt, geboren aan de Kust van Guinée, houdt gedurende den Winter zijn verblijf binnen deze Stad, en geniet als dan van de gereformeerde Diaconie ondersteuning gelijk alle andere armen, met hem gelijk staande en ontvangt daar en boven van de commissie van Warme spijsuitdeling tweemaals Weeks behoorlijk portien Warme en Voedzame soepen, hij heeft ook nog de Post van Turf en Korendrager enzv: des Zomers reist hij op Kermissen met eene Fluit of speelt in Spellen Voor Moorsche Koning. Of dat bedrijf hem genoegzame gelden kan opleveren om gedurende den Winter van te kunnen bestaan is ons onbekend.”
Nog steeds blijft dus de vraag staan hoe hij aan inkomen kwam in 1821…. Of hij inderdaad optrad als fluitist. Ik weet wat hij kon spelen en tijdens deze vreemde dagen luister ik naar het fluitspel. Misschien klonk dit wel in september 1821 in Den Haag gespeeld door een oude zwarte man die zo zijn geld probeerde te verdienen voor zijn verarmd huisgezin.
UPDATE 18-2-2020: Dit ontving ik van Irene Een bericht via Delpher over Lamgroen.