Samenvatting
Mijn naam is Annemieke van der Vegt, ik ben een achter-, achter-, achterkleindochter (zijn achterkleinzoon is mijn overgrootvader) van Christiaan van der Vegt en probeer zoveel mogelijk van zijn leven te achterhalen. Met trots draag ik mijn achternaam en krullen, door hem gekregen.
Over mijn zoektocht schrijf ik in dit blog en hoop op mijn vragen antwoorden te vinden.
Ik probeer alles zo openbaar mogelijk te doen.
– Op Google Drive is een archief vrij toegankelijk met alle gevonden documenten en aktes. Ook vindt u
hier de transcripties van alle brieven.
– Er is een board op Pinterest met +650 schilderijen van Afrikaanse bedienden net als Christiaan
– Via MyHeritage staat de Stamboom staat online.
– Een Facebookpagina. (+500 volgers) waar alle ontwikkelingen op worden gedeeld.
– Ook is er een Archief waar alle blogs op volgorde van publicatie staan.
Mijn droom is om ooit de naam te weten die zijn ouders hem gegeven hebben bij zijn geboorte op de Kust van Guinee, vandaar de vraag:
“Hoe heette Christiaan?”
Omdat er regelmatig nieuwe lezers zijn heb ik deze samenvatting gemaakt van het verhaal in chronologische volgorde met wat er tot nu toe bekend is. De linken zijn naar de bijbehorende blogposts zodat u kunt kiezen waar u meer over wilt lezen. Vragen? Stel ze gerust!
Aan de Kust van Guinee
Christiaan werd geboren rond 1743 weet ik door onder andere zijn brief in 1815:
Geeft erkentelijk te kennen Christian van der Vecht, geboortig aan de Kust van Guinee, oud 73 Jaren en wonende te Weesp.
Er zijn ook andere bronnen die wijzen richting 1743. Het valt wel op dat juist op de huwelijks- en overlijdensakte hij 7 jaar jonger lijkt te zijn.
Waar aan de Kust van Guinee hij geboren is, weet ik nog niet, soms heb ik een vermoeden maar daar is nog geen enkel bewijs voor.Ook is nog niet bekend wie hem meegenomen heeft naar Nederland maar Jacob baron De Petersen lijkt een goede kandidaat . Zijn dochter schrijft dat hij als klein kind gestolen is. Over zijn ouders, mijn voorouders, weet ik nog niets.
Hoge ambtenaren van de West-Indische Compagnie hadden jonge Afrikaanse bedienden in het Kasteel te Elmina als bediende. Tijdens het onderzoek kom ik steeds meer bedienden tegen die ook afkomstig waren van de Kust van Guinee en in Nederland terecht kwamen.
Stadhouderlijk Hof
Op 20 april 1748 kreeg Carolina van Oranje Nassau, toen vijf jaar oud, twee jongetjes afkomstig uit Afrika cadeau.
De vraag die ik nu onderzoek is of één van deze jongetjes Christiaan was. Het andere jongetje heette Fortuin en overleed in 1749. Zou de kostbare hangmat duidelijkheid kunnen geven over degene die de jongetjes geschonken heeft?
In Den Haag aan het Lange Voorhout staat het Pageshuis waar de pages van de Stadhouderlijke familie woonden, ik vraag mij wel eens af of Christiaan daar destijds gewoond heeft en een opleiding eeft gekregen.
In zijn derde brief aan Koning Willem I schrijft Christiaan dat hij haar gediend heeft:
“Hij toch had de eerreeds Uwer Majesteits Tante, Hare Doorluchtige Hoogheid, Mevrouwe de Princesse Carolina van Oranje Nasfau, en mede wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid, den welbeminden Prins Erfstadhuder, Uwer Majesteits vader, zijn Suppliants weldoener G[oed] G[unstig] als domestiek tedienen”
Deze brief is mede ondertekent door Thomas Alexander Holland, een notaris en advocaat uit Den Haag.
Caroline van Oranje Nassau en Karl Christiaan van Nassau Weilburg trouwden op 5 maart 1760 in de Grote Kerk in Den Haag. Hier is een tekening van gemaakt en aan de zijkant zit een Afrikaanse page. Zou het Christiaan zijn? Verder onderzoek zal dat moeten uitwijzen.
En in zijn vijfde brief aan de Koning bevestigt hij nogmaals dat hij in dienst was aan het hof:
“Daar ondergetekende in den Jaar 1762, in dienst ben geweest bij Zijne Hoogheid den Heere Prins van Weilburg”
(Carolina van Oranje Nassau huwde in 1760 met de Prins van Nassau Weilburg.)
Ik vraag mij af of hij de opvolger was als bediende van de Prins, van de lakei Balsam die veroordeeld werd voor diefstal van een dukaat.
Over zijn leven vanaf zijn twintigste levensjaar zegt hij:
“Dat de Suppliant in den Jare 1764, benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nassau en Vriesland”
Hiermee bedoelt hij Maria Louise van Hessen Kassel, ook Marijke Meu genoemd. zij was de moeder van stadhouder Willem IV en in die hoedanigheid van 1711 – 1731 regentes voor hem. Tevens was zij van 1759–1765 regentes voor haar minderjarige kleinzoon stadhouder Willem V. (wikipedia)

Maria Louisa van Hessen-Kassel 1688-1765), genoemd Maaike-Meu. Weduwe van de Friese stadhouder Johan Willem Friso, prins van Oranje-Nassau.
Vervaardiger: Behr, Johann Philipp (collectie Rijksmuseum)
Maria Louise van Hessen Kassel overlijdt op 9 april 1765. Zou Christiaan aanwezig zijn geweest in haar rouwstoet bij haar Hofgezin?
Zijn leven in Weesp.
Het lijkt er op dat hij, toen nog Presto genoemd, hierna in dienst is gekomen van Abraham D’Arrest, Burgemeester van Weesp. Hij schrijft:
“Dat de Suppliant ter beloning van een 23 Jarige dienst bij den Heere Burgemeester D’Arrest te Weesp,”
Dit past precies bij de gevonden bronnen over 1788 (Overlijden Maria Louise in 1765 + 23 jaar = 1788)
Zijn dochter Antje schrijft hierover eveneens aan Koning Willem I in 1830 over haar vader bij D’Arrest:
die hem voor eenen Anthikiteit heeft aangenomen, […..] als eigen groot gebracht, geleerd en onderhouden.
De familie D’Arrest had een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd in de West-Indische Compagnie. Toch wel bijzonder dat ze tegelijkertijd een knecht in huis hadden, afkomstig uit Afrika. Hoe zouden ze naar Christiaan hebben gekeken?
De volgende keer wanneer we Presto/Christiaan zien, is in een Notariële verklaring over gebeurtenissen op
24 november 1770. Er is een opstootje op de Rabenburgergracht te Amsterdam.
“de swarte jonge, welke woont ten huijze van vrouwe de weduwe Willem Couderq”
De weduwe van Willem Couderc is Magdelena D’Arrest, jongste zuster van Abraham sr. In verschillende bronnen is Presto/Christiaan bij haar. Zij verloor in 1769 haar laatste kind, was Christiaan daarom aan haar “uitgeleend”? Bij het opstootje was ook Hendrik Jansz Cannegieter betrokken, compagnon van Magedelena D”Arrest en bekend om zijn steun aan de Oranjes.
Op 19 februari 1772 wordt door Abraham D’Arrest jr de eerste steen gelegd van het nieuwe Stadhuis van Weesp. Een dag vol festiviteiten die uitgebreid beschreven zijn. Het kan niet anders dan dat Christiaan hier ook bij betrokken was.
Rond 16 oktober 1772 brengt Willem V, Prins van Oranje Nassau een uitgebreid bezoek aan Huize D’Arrest in de periode dat Christiaan er woonde. Christiaan beschouwde Stadhouder Willem V als zijn weldoender:
“en mede wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid, den welbeminden Prins Erfstadhouder, [….], zijn Suppliants weldoener G[oed] G[unstig] als domestiek te dienen”
Uit onderzoek is gebleken dat een reis van de Prins ging met een groot gevolg, wanneer hij bijvoorbeeld naar “t Loo ging. Zou hij vaker in Weesp een tussenstop gemaakt hebben?
In zijn derde brief vertelt Christiaan ook dat hij “de edele trits der Vorstelijke lievelingen en alzo ook Uwe Majesteit, zijnen thans dierbaren Koning op de armen te dragen”
Dit moet hebben plaatsgevonden in de periode dat hij bij D’Arrest in huis was. Koning Willem I werd in 1772 geboren, zijn broer in 1774. Er moet regelmatig contact geweest zijn.

Willem V , prins van Oranje-Nassau, Wilhelmina van Pruisen en “de edele trits der Vorstelijke lievelingen” (citaat uit Christaan zijn derde brief.
Ook dochter Antje schrijft dat Christiaan, Koning Willem I als kind gedragen heeft bij bezoeken tussen Stadhouder Willem V en Abraham D’Arrest:
“Dat den voornoemde Heer Burgemeester de Witt [sic] in Zijn leven de Eer had, van bij Z[ijne] D[oorluchtige] H[oogheid: den Heere Prins Willem de Vijfde van Oranje en Nassauw buitengemeen in achting en bekend te zijn, en zelfs verscheiden malen aan het Hoff wierd genodigd, en des Suppliantes Vader insgelijks de hooge Eer genoot van uit hoofden Zijner vreemdelingschap en aardigheid meestal mede tegenwoordig te zijn, bij welke gelegenheden hare meergenoemde Vader ook de Eer en het genoegen heft gehad van Uwe K[oninklijke] M[ajesteit] als toen een kind zijnde verscheiden malen op den Arm te dragen, waarin Z[ijne] D[oorluchtige] H[eer] den Prins Willem de Vijfde een bijzonder genoegen had, om reden Uwe K[oninklijke] M[ajesteit] geen vrees voor een vreemde Couleur van Menschen bezat, en inteegendeel veel vermaak in het bijzijn van haar Vader aan den Dag legden.”
Er zijn 68 boekjes bewaard gebleven waarin alle personen zijn opgeschreven die op audiëntie kwamen bij de Stadhouder. Ook staan Abraham D’Arrest en zijn zoon hierin.
In de Stadhouderlijke familie waren meerdere Afrikaanse dienaren, lang voordat de twee kwamen waar het boek “De zwarte met het witte hart” van Arthur Japin over gaat.
Tijdens de begrafenis van Magdalena D’Arrest in oktober 1776 vindt er een opstootje plaats in de kerk van Weesp tussen de Burgemeesters Van Marken Nicolaasz en D’Arrest. In een notariële verklaring over de gebeurtenissen wordt er ook gerefereerd aan de “swarte knegt” van D’Arrest.
“als wanneer Zij Zijn ontmoet Door voorn Heer Burgemeester D’Arrest, en deszelfs voorn: Zoon en Swarte knegt,”
In 1776 is er een pamflet geschreven in de vorm van een toneelstuk in drie bedrijven over het testament van Magdalena D’Arrest, zuster van Abraham sr. Een van de rollen in dit stuk is voor Presto/Christiaan, hij wordt in het stuk Marocco genoemd en is hij de Intendant van Magdalena. Het toneelstuk is te lezen als ebook via Google.
In de jaren voor zijn doop werd hij Presto genoemd, een naam gegeven door Europeanen. De naam Presto is bekend geworden door een aangifte uit 1777 waar in staat:
“de neger Presto, die als bediende werkzaam is bij burgemeester d’Arrest te Weesp.”
Hij heeft op 7 maart 1777 tussen 4 en 5 uur in de middag ruzie staan maken op straat over 300 guldens aan hem beloofd door Magdalena D’Arrest. De akte was opgemaakt in opdracht van Hoofdofficier Willem Gerrit Dedel Salomonsz. Misschien is er nog iets van de te vinden in zijn archief.
Op 19 oktober 1777 wordt hij gedoopt in de Grote Kerk van Weesp en vanaf dat moment krijgt hij een nieuwe naam, Christiaan van der Vegt, ik weet dus precies de datum dat mijn achternaam voor het eerst genoemd is.
Anderhalf jaar later, 23 mei 1779 trouwt hij in dezelfde kerk met Kaatje (Catharina) de Bas, een Weespermeisje.
Het lijkt er steeds meer op dat Kaatje als kamenierster werkte in Huize D’Arrest. Samen krijgen ze tien kinderen: Catharina, Christina, Cornelis, Grietje, Mietje & Jan I, Teunis, Jan II, Christiaan jr, en Antje. Alle kinderen worden vernoemd. de gewoonte om de kinderen eerst naar de ouders van de vader te noemen konden ze niet. Ze zijn niet meteen overgegaan met het vernoemen van Kaatje haar ouders maar hebben er voor gekozen de eerste twee kinderen naar zichzelf te vernoemen. Hierna werden alle kinderen vernoemd naar leden van de De Bas familie.
Tot nu toe weet ik dat vijf kinderen gezorgd hebben voor nazaten. Zijn huwelijksdag werd afgesloten door een zeer groot onweer.
Een paar dagen voor het huwelijk vond er iets opvallends plaats, Christiaan betaalde voor een stadsambt. zou dit het huwelijkscadeau van Abraham d’Arrest geweest zijn?
Vanaf 1780 bezat de familie D’Arrest het Buitenhuis Leeuwenveld aan de Vecht.
(Klik op de afbeelding om te vergroten)
Het lijkt er op dat in 1788 Christiaan, 45 jaar oud, zelfstandig wordt van de familie D’Arrest na 23 jaar bij hen in dienst te zijn geweest, zoals hij zelf schrijft.
“Dat de Suppliant ter beloning van een 23 Jarige dienst bij den Heere Burgemeester D’Arrest te Weesp voornoemd, is begunstigd met de bedieningen van Pluimgraaf, Lantaarn aansteker en zakkedrager aldaar,” Als lantaarnopsteker verlichtte hij Weesp elke avond.
Dankzij alle bewaarde documenten in het archief van Weesp weet ik dat Christiaan voor het eerst als pluimgraaf werd uitbetaald op 1 augustus 1787. Hij kreeg elke drie maanden 12 guldens en 10 stuivers uitbetaald, die hij zelf moest komen halen. Pagina na pagina staat zijn naam in het boek genoteerd.
9 mei 1788 wordt er bevestigd dat Christiaan lid is van de Weesper Schutterij als pijper. Het lijkt er op dat hij de fluit goed kon bespelen. Abraham D’Arrest jr is de Colonel van de Schutterij en hij zal zijn voormalige bediende vast geholpen hebben aan het lidmaatschap.
Over Abraham jr bij de Schutterij tijdens de aanval van de Pruisen op Weesp is een gedicht geschreven door Batavus: “Eerezang, aan den nooitvolpreezen burgervriend Abraham d’Arrest, burgemeester der stad Wesop”.
Christiaan bespeelt een houten blaasinstrument bij de Schutterij. Dit moet bijna wel inhouden dat hij in huize D’Arrest of eerder in zijn leven, muziekonderricht heeft gehad. Meteen luister ik anders naar de Spotifylijst met de muziek van de bladmuziek, beschreven op de inventarislijsten van Huize D’Arrest. De kans is groot dat Christiaan deze muziek heeft kunnen spelen op een instrument.
Op 25 december 1788, eerste Kerstdag, meldt Christiaan zich voor het eerst bij de bedeling van de kerk voor brood en turf en onregelmatig komt hij daar nog terug tot 1806. De winter van 1788 – 1789 was een zeer koude winter.
In 1791 overlijdt Abraham D’Arrest jr ongehuwd en alle bezittingen worden beschreven in boedel inventarislijsten waardoor ik inzicht krijg in alles wat aanwezig was in Huize D’Arrest waar Christiaan meer dan twintig jaar geleefd heeft. De boedellijst is opgemaakt drie jaar nadat hij Huize D’Arrest verlaten had.
De inhoud van de boekenkast geeft veel weer van waar men zich mee bezig hield. Ook staat er veel kleding in kisten vermeld op de lijsten, zou er ook kleding van Christiaan in die kisten gelegen hebben?
Pieter van Zoelen die als getuige tekent voor de lijsten was ook 13 jaar daarvoor de getuige bij het huwelijk van Christiaan en Kaatje. Pieter van Zoelen blijkt de Waagmeester van Weesp te zijn, waarom hij ook huwelijksgetuige was, is nog onbekend.
Op de inventarislijsten staat ook de aanwezige bladmuziek beschreven en die is nu te beluisteren via een Spotifylijst. Door de aanwezigheid van alle bladmuziek en instrumenten kan er worden aangenomen dat er gemusiceerd werd door de bewoners. Wat opvallend is, er zijn veel muziekstukken met fluit, maar tussen alle aanwezige instrumenten staat geen fluit. Zou Christiaan die meegekregen hebben toen hij bij hen weg ging? Op deze Spotifylijst staan alle muziekstukken met fluit die aanwezig waren in Huize D’Arrest. Zou Christiaan ze gespeeld hebben? Hij moet goed gespeeld kunnen hebben, later verdiende hij tenslotte geld op kermissen als Fluitspeler.
Het totale bezit van D’Arrest was fl. 479.279,00 (omgerekend via: www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php fl 479 279.00 in het jaar 1794 heeft een “koopkracht” van fl. 10.094.118.34 (€ 4.580.511.20) in het jaar 2016). In bezit waren ook veel obligaties in de West-Indische Compagnie, voor mij is dit niet zo goed te begrijpen dat ze geld verdienden aan slavernij terwijl een man uit Afrika bij hen was.
Het grootste gedeelte wordt verdeeld via Abraham sr. zijn zuster Johanna naar de familie Thuret. Juist de familie waar een jarenlange twist mee geweest is.
Op een lijst voor de burgers van de Stad Weesp uit 1798 met daarop alle functies die uitgevoerd worden voor de stad staat Christiaan als Pluimgraaf. In de Oprechte Haarlemse Courant plaatst hij op 12 maart 1803 en op 3 maart 1804 in de Amsterdamse Courant een advertentie waarin hij zwanen te koop aanbiedt. Dit past bij zijn functie als Pluimgraaf waar hij over schrijft in de brief aan Koning Willem I.
21 april 1811 wordt Gijsbert de Kloet gedoopt en Christiaan is de getuige bij de aangifte. Deze keer heeft zijn handtekening een krul.
In januari 1815 wordt Christiaan gearresteerd in Krefeld en op transport naar Weesp gezet. Op de Transport Zettel staat beschreven hoe hij er uit zag!
Signalement
Naam: Christian van der Vegte
Vaderland: Wesep in holland
Religie: gereformeerd
Leeftijd: 73 Jaar
Grootte: 1,67 m
Haar: zwarte kroes
Wenkbrauwen: Zwart
Ogen: bruin
Voorhoofd: hoog
Neus: plat, breed
Mond: gemiddeld volle lippen
Baard: grijs
Kin: gespleten
Gezicht: ovaal
Gezichtskleur: zwart bruin
Bijzonderheden: een Moor
Hoogstwaarschijnlijk probeerde hij hier geld te verdienen. Als beroep heeft hij toneelspeler opgegeven. Zou hij hier opgetreden hebben als de Koning van Candia?
In september 1814 tijdens de kermis stonden Christiaan zijn dochter Grietje en haar echtgenoot in Amsterdam op de Botermarkt met een tent. Dat weten we door de overlijdensakte van hun dochter. “Op zes september 1814, “zes weeken , wonende ambulant en overleden Botermarkt in de tent der Singaleesen, geboren te Weesp, Dochter van Joseph Nassies van beroep reisende met zijn Spel en Grietje van der Vegt“.
Wat opvalt… de “Singaleesen” kwamen uit Ceylon, daar waar ook Candia ligt. Zou Christiaan in die tent hebben opgetreden?
Zoon Teunis verdiende zijn geld in deze jaren op een manier die schokkend voor mij was, de eerste keer dat ik het las. Teunis reisde rond met Heinrich Hill, de eigenaar van een Human Zoo die mensen tentoonstelden, waaronder Teunis….
“Ich mache einem Hoch[…]verehrenden Publikum bekannt dass ich mit einer Gesellschaft Kaffern alhier, angekommen bin. Sie sind aus dem Innern von Afrika, und sind täglich von Morgens 10 bis Abends 10 Uhr zu sehen.
Sehr interessant is es zu sehen, wie diese Art Menschen Speisen, da sie lebendiges Federvieh verzehren, und geschieht die Speisung täglich zweimal, Nachmittags 4 und Abends 8 Uhr. Diese Personen sind in vielen groszen Städten mit Beifall aufgenommen worden. Der Schauplatz is in der Mohrenstrasze Nr. 49 in englischen Hause. Heinrich Hill.”
Op 13 november 1815 schrijft Christiaan de eerste brief naar Koning Willem I waar hij vertelt over zijn leven en ziet hij zich “in armoede ziet gedompeld,” Hij vraagt om zijn baantjes als Pluimgraaf of Lantaarnaansteker terug of een pensioen. In het Noord-Hollands Archief liggen er allerlei stukken maar het origineel heb ik nog steeds niet kunnen vinden. Hier is ook een document waar in staat waar de kinderen waren in 1815:
Deze brief is bij Willem I terecht gekomen, minister Roëll nam hierover onder meer contact op met de gouverneur van Noord-Holland en stuurde een brief naar de Koning over zijn bevindingen.
In 1816 schrijft hij Koning Willem I een tweede brief om zijn ongenoegen te uiten over niet uitbetaald salaris door de Stad Weesp. Zo introduceert hij zichzelf:
“Geeft met den onderdanigsten eerbied te kennen de ondertekende Christiaan van der Vegt, geboorte aan de kust van Guinée en thans wonende te Weesp dat Hij Suppliant, na bovenste zijn in dienst geweest van Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de douairière Frederika Louisa Wilhelmina van Brunswijk de bediening heeft waargenomen”
Ik ben nog op zoek naar de dienstbetrekking waar hij over schrijft en de reactie op deze brief.
In deze periode wordt er in Weesp een bevolkingsregistratie bijgehouden in een boek.
Ook Huize Van der Vegt is hier in opgenomen en geeft antwoorden maar ook een hoop vragen.
30 April 1817 schrijft Christiaan zijn derde brief aan Koning Willem I met nieuwe informatie.
Hij toch had de eer reeds Uwer Majesteits Tante, Hare Doorluchtige Hoogheid, Mevrouwe de Princesse Carolina van Oranje Nasfau, en mede wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid, den
welbeminden Prins Erfstadhouder, Uwer Majesteits vader, zijn Suppliants weldoener G[oed] G[unstig] als domestiek te dienen, en de edele trits der Vorstelijke lievelingen en alzo ook Uwe Majesteit, zijnen thans dierbaren Koning op de armen te dragen.
De Burgemeesters reageren geërgd op deze brief dd. 13-05-1817.
Wanneer in 1820 zoon Christiaan junior trouwt staat er als beroep bij vader Christiaan voor het eerst turf-en korendrager. Hij is dan 77 jaar oud. Het is goed te zien aan zijn handtekening dat hij al flink op leeftijd was.
Het is opvallend dat de kinderen laat trouwden, Cornelis was 37 jaar en bijna allemaal in 1820/1821. Of dit met de Franse circulaire over gemengde huwelijken te maken heeft gehad, onderzoek ik nog.
Door de tekeningen van Christiaan Andriessen krijg ik een beeld van hoe Weesp en omgeving eruit zag in zijn tijd. Zou Christiaan de brugwachter die getekend is met een blauw oog, gekend hebben?
Update: Kleindochter Kaatje, mijn betovergrootmoeder, kreeg met de zoon van de brugwachter zeven kinderen.
21 September 1821 schrijft hij vanuit Den Haag zijn vierde brief. Hij verblijft in Logement “De Kerseboom op het Lamgroen. Hij schrijft al 43 jaar een zware breuk te hebben. In reactie op deze brief, schrijft de Burgemeester van Weesp dat Christiaan alleen nog ’s winters aanwezig is in Weesp en zomers rondreist langs kermissen om toneel te spelen als Moorsche Koning en muziek te maken op zijn fluit die hij blijkbaar goed kon bespelen.
Op 11 januari 1825 overlijdt Christaan in het huis van zijn goede vriend Abraham Cos te Weesp, 82 jaar oud, kinderen en kleinkinderen achterlatend. Als geboorteplaats staat er nu niet de Kust van Guinee maar Afrika. Hij wordt begraven buiten de Grote of Laurenskerk. Volgens Antje kreeg hij de laatste jaren van zijn leven een gratificatie. Ik heb hier nog geen bewijzen over gevonden. Het is wel opvallend dat er in de periode 1818-1820 geen brieven zijn.
In de derde generatie zijn er vier Kaatjes en vijf Christiaans. Antje haar Christiaan en Kaatje (Catharina) zijn in Amsterdam bekend geworden als de Japaneesjes, straatmuzikanten in de Duvelshoek.
Door DNA onderzoek weten we nu ook veel meer. Meer dan 15 nazaten hebben hun DNA gedoneerd en door hun Afrikaans DNA bij elkaar te brengen, heb ik ruim 23% van Christiaan terug.
Het DNA onderzoek leidt ook tot bijzondere gebeurtenissen.
– Een onverwachte nazaat die na 70 jaar hoorde dat haar juridische vader niet haar biologische vader is. Het bracht ons zelfs tot Tijd voor Max. (vanaf 9:25 min)
– Ik kon een achterkleinzoon vertellen wie zijn overgrootvader was en waarom hij Afrikaans DNA heeft.
– Een nazaat die niets wist over Christiaan maar zich zijn hele leven al verbonden voelde met de Westkust van Afrika mocht ik over Christiaan vertellen.
– Een zeer onverwachte maar zeer welkome vondst was de match met iemand die geen nazaat van Christiaan is maar wel met ons Afrikaans DNA deelt. Door haar weet ik nu dat naaste familie, waarschijnlijk Christiaans ouders, terecht zijn gekomen op een plantage in Virginia of Mississippi. Samen zijn we nu dit verder aan het onderzoeken.
Ook in mijn DNA is Christiaan zichtbaar:
In een onderzoek in 1830 wordt melding gemaakt dat hij ook geld verdiende met zichzelf tentoon te stellen op kermissen als de Koning van Candia.
Dochter Antje gaat vanaf haar veertiende jaar met haar vader mee naar de kermis schrijft ze, zij treedt op als de sterke Indiaanse dame. Zij huwt eerst vader en later zoon Britting, die eigenaar waren van het Marionettenspel de Vier Kronen. Over de familie Britting is een boek geschreven, “Het is niet altijd Kermis”.
Door een bijlage bij Antje haar verzoek om steun, weet ik waar alle kinderen van Christiaan en Kaatje zijn in 1830, vijf jaar na het overlijden van Christiaan en vijftien jaar na het eerste overzicht over de verblijfplaatsen van de kinderen.. De opmerkelijkste is de verblijfplaats van zoon Jan, hij is korporaal bij de Indische Jagers in Suriname. Hij overlijdt in 1839 te Paramaribo.
Wat mij het meest intrigeert is dat deze zoon van een Afrikaanse vader in Suriname was ten tijde van de slavernij en ook lid was van het Korps Koloniale Guides. Zijn loopbaan in Suriname is goed te volgen in de archieven.
Dochter Antje ligt in 1862 in het Binnengasthuis, er is haar gevraagd naar het beroep van haar vader en zij heeft Pluimgraaf opgegeven. Zou dat het baantje geweest zijn waar ze het meeste belang aan gehecht hebben? Ook andere nazaten zijn terug te vinden in de patiëntendossiers.
Omdat Christiaan zijn vier zonen in de leeftijd waren om in dienst te moeten, vind ik meer informatie over hen. Christiaan jr had een kwade stee op zijn hoofd, Cornelis was in Frankrijk en Vlaanderen en Jan ging naar Suriname. Teunis verbleef in Duitsland en was daardoor vrijgesteld.
Drie van de zonen en schonzoon Joseph hebben gegraven aan het Noord-Hollandskanaal.
Af en toe schrijf ik een blog over het leven van een nazaat:
Dochter Catharina
Dochter Christina
Zoon Cornelis
Dochter Grietje
Zoon Jan
Zoon Teunis
Zoon Christiaan jr
Dochter Antje
Kleindochter Kaatje Cornelisdr
Kleindochter Geertrui
Kleinzoon Jan Christiaan
Kleinzoon Christiaan
Kleinzoon Christiaan Britting
Kleindochter Hendrika
Kleindochter Annetje
Kleinzoon Alexis Britting
Kleinzoon Cornelis Nassies
Kleindochter Hendrica Sophia
Kleindochter Catrina
Achterkleinzoon Anthonie
Achterkleindochter Catharina Johanna
Achterkleindochter Alida Catharina
Tijdens mijn zoektocht heb ik tot nu toe vier Afrikaanse jongens/mannen gevonden met een connectie aan Weesp.
Accra Dourra / Abraham Johannes – gekocht op de markt van Elmina in 1742 – gedoopt in Weesp 1754
Cocquamar Crenequie / Willem Philip Frederik – geboren 1739 – gedoopt in Berlijn 1754
Presto / Christiaan van der Vegt – geboren 1743 – gedoopt in Weesp 1777
Amsterdam – Kwam in 1781 met Hendrik Schimmel mee en krijgt in Weesp in 1794 een akte van ontslag
In 2017 was er in het Museum Weesp een tentoonstelling over bovenstaande jongemannen, gebaseerd op mijn onderzoek. Het kreeg de naam “Uit de Schaduw”.
Ook komen er gegevens van anderen, afkomstig uit Afrika te voorschijn. Over hen schrijf ik ook.
Fortuin
Willem Philip Frederik
Christiaan van Souburg
Christiaan Narcis
Christiaan Congo Loango
Ferdinand Christian Coridon
Wilhem Cornelis Constantinus
Louis van Guiné
Christiaan Lespau
Jan Rodes
Anthony Pieter Swart
Willem Cornelis Jacobus Quassie
Willem Adriaanse
Jan Willem ter Hooghe
Christiaan Bannier
Mocht u bijvoorbeeld een doop van een “Moor” tegenkomen, ik hoor het graag. U kunt mij mailen
annemieke@hoeheettechristiaan.nl
Op 20 september 2014 was er een wandeling door Weesp, “In de voetsporen van Christiaan” met een bezoek aan de Kerk waar hij gedoopt is, zijn naam gekregen heeft, waar hij getrouwd is, zijn 10 kinderen heeft laten dopen en van waaruit hij begraven is. Een bezoek aan het stadhuis gebouwd terwijl Christiaan bij D’Arrest was en aan het museum van Weesp alwaar een bordje werd onthuld bij het schilderij met Cocquamar Crenequie / Willem Philip Frederik. Na 260 jaar staat hij niet meer anoniem op het schilderij. Na een wandeling langs de panden die betrekking hebben op Christiaan of zijn nazaten was er een bezoek aan de voormalige stokerij van Abraham D’Arrest.
Zeven nazaten op de trappen van de kerk gezeten waar Christiaan gedoopt werd, zijn naam kreeg, trouwde, zijn kinderen liet dopen en waar hij begraven werd. Het was een bijzonder moment.
Wanneer u een bezoek brengt aan Weesp, vergeet niet het Museum in het Stadhuis te bezoeken. Christiaan zijn schaduw is daar op vele plekken te zien. Op korte afstand van het museum, bij Nieuwstad 54 staat een bankje met een gedenkplaatje voor Christiaan.
Er was een feestelijke onthulling in aanwezigheid van nazaten en geïnteresseerden.
September 2015 was er een “In de Voetsporen van Christiaan” in Den Haag. Met nazaten zijn we gaan staan waar de Afrikaanse page zat tijdens het huwelijk van Carolina van Oranje Nassau. Misschien was hij Christiaan, wie weet komt daar ooit antwoord op.
Dit zijn Christiaan en Catharina (Kaatje) Britting. Kleinkinderen van Christiaan van der Vegt via zijn dochter Antje. Dit zijn de eerste nazaten waar ik een afbeelding van heb en ze heetten naar hun grootouders. Tot mijn verbazing kwam ik hen tegen tijdens het lezen over een optocht bij de Wereldtentoonstelling te Amsterdam in 1883. Ook zijn ze in 1888 geïnterviewd waar door ik veel over hen leerde. Er zijn zelfs beelden van hen gemaakt die tentoon werden gesteld in het Panopticum van Amsterdam.
(coloured by Dana Keller)
Dankzij dit onderzoek ben ik in staat gesteld om deel te nemen aan
39th International Wolfenbüttel Summer Course Early Modern European Black Studies
Hierover heb ik twee blogs geschreven:
Impressie Summerschool
Impressie Summerschool II
Een ervaring die ik nooit zal vergeten.
Augustus 2016 heb ik onder begeleiding van Michel Doortmont en reis gemaakt langs de kust van Ghana, de voormalige Kust van Guinee, waar Christiaan ergens geboren is. Tijdens de reis heb ik een aantal blogs geschreven die HIER terug te vinden zijn. Het was zo bijzonder om op plekken te zijn waar Christiaan was als klein kind. Onvergetelijk.
In het septembernummer 2015 van het tijdschrift van het Centrum voor Familiegeschiedenis staat een interview met mij over de zoektocht naar Christiaan zijn naam. Wilt u het lezen, klik dan HIER.
Op 10 december 2016 publiceerde het Volkskrant Magazine een interview met mij over de zoektocht naar Christiaan zijn leven. Het is ONLINE te lezen.
In 2021 vond in Het Rijksmuseum de slavernijtentoonstelling plaats. Door 10 personen werd per zaal een audiotour ingesproken. Ik mocht de audiotour voor Paulus inspreken, een Afrikaanse jongen zoals Christiaan. U kunt de tour hier zien en horen:
Behalve dat Christiaan zijn naam hier genoemd wordt, hij staat ook in de catalogus behorend bij de tentoonstelling:
Tijdens een digitale persconferentie van Het Rijksmuseum waarin zij toelichting gaven op de tentoonstelling en de 10 personen, kwam het verzoek van de NOS of ze een item met mij konden maken over Christiaan. Ik ben niet zo’n cameraheld maar om zo’n kans voorbij te laten gaan om Christiaan zijn verhaal te vertellen…. Ook hier heb ik dus ja op gezegd.
We hebben opnames gemaakt in Weesp, de meesten in de kerk waar Christiaan gedoopt, getrouwd en begraven is. Dat was indrukwekkend om te doen… en zo is het geworden, mijn eerbetoon aan Christiaan:
(Klik in onderstaande afbeelding en je kunt het zien)
Mijn zoektocht naar Christiaan zijn leven is nog niet afgelopen, wilt u op de hoogte blijven, klik dan op de Facebook aanmelding linksboven of vul uw emailadres in en u krijgt de blogs als nieuwsbrief.
Mocht u vragen, op- of aanmerkingen hebben, ik hoor ze graag!
Annemieke van der Vegt
Pingback:Waarom dit Blog? | Hoe heette Christiaan?
Prachtig, bewonderingswaardig
Dank je wel, Juliëtte!
Hoi Mieke,
Het is een super mooi verhaal.
Dank je Petra! Wie weet wat er nog meer komt!
geweldig!
Beste Annemieke,
Jouw verhaal in Gen. van sept. j.l. maakt al veel indruk, maar deze website laat pas echt zien wat volhardend en nadenkend historisch onderzoek ‘boven water kan helen’. Complimenten voor je prachtige, veelzijdige en zeer interessante blog! Deze internetsystematiek blijkt goed te werken!
Annemieke, hier een vraag: je noemt in je verhaal:
‘Het totale bezit van D’Arrest was fl. 475.000 (omgerekend naar 2014: fl. 8.000.000).’ Maar in 2014 kenden wij de gulden al lang niet meer, moet je de 8 mln nu delen door zeg maar 2 of bedoel je euro’s?
Op mijn website publiceer ik de boeken die ik schreef over mijn voorouders (onder de knop Historie en dan downloaden, dat kost even, maar geeft het goede beeld) en waarin een beetje dezelfde soort onderzoekstijl wordt gevolgd als waar jij voor koos. Terug naar de bronnen:).
Veel plezier bij deze zeer boeiende opgave, die je jezelf gesteld hebt en welke je met verve uitwerkt!
Hans Bette
Ten eerste hartelijk dank voor het grote compliment!
Ten tweede, dank voor de opmerking over het bezit van D’Arrest. Ik heb de tekst aangepast en de link van de omrekentool toegevoegd.
Misschien tot ziens bij het Stamboomcafë van 27 oktober a.s.?
Annemieke
Heel bijzonder:
Wij zijn ook een van der vecht lijn. Maar dan van Costiaan uit Abcoude.
Indrukwekkend!
Ik heb een vraag over de schoonouders van Christiaan, vanwege naamgenoten in Weesp in mijn onderzoek.
Verbinding via jouw mailadres in de blog lukte niet. Graag contact over familie de Bas.
Ik ga u vanavond een email sturen.
Prachtig
Dank u!
Van Peter Miebies kreg ik onderstaande reactie:
Hallo Annemieke,
Hierboven [in de samenvatting op jouw blog] staat “Mocht u bijvoorbeeld een doop van een “Moor” tegenkomen, ik hoor het graag.”
Daarom dit berichtje. Mijn “moor” heette ook Christiaan maar zijn familienaam ken ik niet. Hij werd in Leiden gedoopt op 13-4-1760. Hoe oud hij toen was weet ik niet. Mogelijk overleed hij op 11-1-1816, 73 jaar oud. Bij zijn doop zou hij dus 17 jaar oud geweest zijn. Er is over hem nog meer te vertellen. Dat is allemaal opgetekend in mijn blog https://patmcast.blogspot.com/2013/02/an-american-moor-in-leiden.html.
Misschien ben je hem tijdens je vele onderzoek (petje af!) wel eens tegengekomen. Als dat zo is hoor ik dat graag.
Mvg,
Zeer verzorgd en leesbaar. Prachtig vormgegeven en bovenal heel interessant.
Dank je wel!
Hallo Annemieke,
Ik denk dat je het bijzondere verhaal van Johannes Pauli erg interessant gaat vinden. Johannes (Jan?) werd ook als kind ontvoerd vanaf de kust van Guinee en hij, en zijn zonen, schopte het uiteindelijk tot veldwachter/vorster in onder andere mijn geboortedorp Moergestel.
Johannes leven is al redelijk uitgebreid onderzocht en machtig interessant:
https://www.brabantserfgoed.nl/page/10771/johannes-pauli
https://www.brabantserfgoed.nl/collectie/object/de-brabantse-leeuw/5efdce862547d2db617a2d108a33d20f4c5b0412
https://www.historietilburg.nl/wp-content/uploads/Jaargang-19-2001-nummer-1.pdf
En mocht je iemand willen benaderen voor DNA onderzoek, dan vermoed ik dat dit voormalig lid van de provinciale staten in Noord-Brabant uit den Bosch een goede potentiele kandidaat zou zijn:
https://www.brabant.nl/actueel/nieuws/bestuur/2019/bert-pauli-officier-in-de-orde-van-oranje-nassau
Hartelijk dank, ik ben hier heel blij mee.
Ben nu ook heel benieuwd of mijn oud collega, die ook Pauli heet, een nazaat is.
Leuk om te horen dat je er blij mee bent. Hier nog een link naar de trouwakte: https://watstaatdaer.nl/oefenen/complete-teksten/wie-zwijgt-stemt-toe
Wellicht ten overvloede:
Ken je het boek Cupido en Sideron – Twee moren aan het hof van Oranje? Dit is ook een machtig interessant boek dat je zeker gelezen wilt hebben. Het boek is zoals de titel suggereert een studie naar het leven van twee ‘moortjes’ aan het hof van Stadhouder Willem V die uiteindelijk doorgroeien naar de inner-circle van de Oranjes en tot het bestbetaalde deel van de hofhouding horen. Het boek gaat ook in bredere zin in op de situatie van moren aan de hoven in Europa gedurende de 18e eeuw. Page turner, must read 😉
https://www.boekwinkeltjes.nl/s/?q=cupido+en+sideron&t=1&n=1&from=header
Jazeker ken ik het boek en ook de schrijfster.
Dank voor de link naar de akte!