Thomas Alexander Holland
Soms stellen mensen mij de legitieme vraag waarom ik denk dat Christiaan de waarheid schrijft in al zijn brieven. De eerste respons was, voor ik de derde brief vond, dat het niet zo slim zou zijn geweest om tegen de Koning te liegen over zaken in diens familie. De tweede respons was dat andere meldingen in de brieven steeds meer door andere bronnen worden gestaafd. In de archieven de lijsten van de vroedschap met zijn baantjes en de respons van de Burgemeester over zijn situatie aan het eind van zijn leven.
De derde brief uit 1817 heeft mij een bevestiging gegeven buiten Christiaan om.
Die brief is mede ondertekend door Thomas Alexander Holland, notaris en advocaat in Den Haag. Hij had een uitgebreide clientèle zo als ik in de stukken van het Haags archief kan terug vinden. Zijn naam staat ook bij de “Kamer van toezicht op de Notarissen”.
Ik kan mij niet voorstellen dat T.A. Holland een brief gaat ondertekenen met een inhoud die niet waar is.
En juist de derde brief is degene waarin geschreven staat over Christiaan die als domestiek diende bij Carolina en Willem V van Oranje Nassau:
“Hij toch had de eerreeds Uwer Majesteits Tante, Hare Doorluchtige Hoogheid, Mevrouwe de Princesse Carolina van Oranje Nasfau, en mede wijlen Zijne Doorluchtige Hoogheid, den welbeminden Prins Erfstadhouder, Uwer Majesteits vader, zijn Suppliants weldoener G[oed] G[unstig] als domestiek tedienen”,
De ondertekening van Notaris / Advocaat T.A. Holland is voor mij de doorslaggevende reden waarom ik de brieven van Christiaan als waar bestempel.
Wat ik ook opvallend vind aan de derde brief, zijn alle verwijzingen naar de vorige brieven en de antwoorden daarop. Met de bijbehorende archieveringsnummers.
“Dat uwe Majesteit dit Rekest bij appostilaire dispositie van den 26 September 1816 No 75 aan Hoogstdeszelfs Minister van Binnenlandsche zaken gerenvoijeerd hebbende zulks het effect heeft gehad”
Zou Christiaan alles zo netjes bewaard hebben en meegenomen naar Den Haag? Waar de derde brief namelijk geschreven is, is mij niet duidelijk. Op kantoor bij T.A. Holland in Den Haag? Ik kan het niet vinden op het origineel. Zou er nog iets over Christiaan te vinden zijn in de archieven van T.A. Holland? Dit vraagt toch om een bezoek aan het Haags archief!
Nu blijft nog wel de vraag hoe Christiaan bij hem terecht gekomen is. In Weesp woonde een mevrouw Ouwens – Holland, zij is echter niet de dochter van Thomas Alexander. Het puzzelen is nu of zij op een andere manier familie van hem was en dat zo Christiaan bij hem terecht gekomen is.
Of misschien kenden ze elkaar op een andere manier. Tips en adviezen zijn zeer welkom!
Helder verhaal, goed opgebouwde argumentatie. Eerst de identificatie van het probleem (“Wat is het onderzoeksprobleem?”): Schrijft Christiaan de waarheid in zijn brieven? Dan de analytische problematisering (“Waarom moet dit probleem onderzocht worden?”, “Waarom is het nuttig een antwoord op de vraag te krijgen?” (etc.)): Als Christiaan niet de waardheid schrijft is zijn leven zoals het uit de bronnen blijkt een verzinsel en iedere uitkomst van het onderzoek een sprookje in plaats van een biografische studie. En dan de gebruikte methode om een antwoord op de vraag te krijgen (“Hoe ga ik dit probleem onderzoeken?”): Door middel van interne en externe bronnenkritiek op basis van logica en bewijsvoering over de status van de brieven, waarbij gezocht wordt naar aanwijzingen die kunnen bevestigen of aannemelijk maken dat Christiaan de waarheid schreef of daar tenminste heel dicht bij zat.
Kortom, dit stuk zit methodologisch goed in elkaar en de lijn van de argumentatie kan als uitgangspunt dienen voor de analyse van andere lijnen in Christiaan’s leven. Les methodologie in de praktijk van het onderzoek voor genealogen en historici. Fraai blog dus.
Wat een mooi compliment, dank je wel.
Ik verwacht dat T.A. Holland ook brief 1 en 2 heeft gelezen, vanwege de verwijzingen in brief 3.
Ik bekijk het niet methodologisch maar ik zeg ;
Een van der Vegt spreekt de waarheid, toen en nu .
Ik geloof opa