Voetsporen in Ghana – Deel 4
Het werd tijd om Elmina te gaan verlaten en verder terug te gaan in Christiaan zijn leven. Als afscheid zijn we de berg opgegaan waar we een prachtig uitzicht over de hele stad hadden. De kinderen die speelden, kwamen een praatje maken en riepen “take a picture, take a picture”, daar kon ik natuurlijk geen nee tegen zeggen. Ik heb genoten van ze en hoop zo dat Christiaan toen hij nog hier was, ook zulke twinkelingen in zijn ogen had.
De inwoners van Elmina zal ik niet vergeten, hun openheid, bedrijvigheid en het vrolijk “goodmorning” roepen gaf mij zo’n welkom gevoel.
Onze reis vervolgt zich naar het westen, de richting waar we vermoeden dat Christiaan vandaan kwam. (De wetenschappelijke onderbouwing hiervan komt op ons Prestoblog).
De eerste stad waar we stopten was Shama. Midden in het stadje staat een grote pukkel, anders kan ik het niet noemen, Fort San Sebastiaan. Het is gebouwd door de Portugezen in 1526 en later overwonnen door de Nederlanders.
Elke keer verwonder ik mij weer hoe zo’n Fort is opgenomen in de stad. Het steekt overal bovenuit en ziet er eigenlijk best dreigend uit, kanonnen nog steeds gericht op zee. Er is altijd iemand aanwezig die het onderhoud doet en rondleidingen voor de mogelijke bezoekers. Ik hoor Nederlandse geschiedenis die in Nederland niet verteld wordt…..
Naast het Fort ligt een grafsteen met daarop een naam die vaker genoemd is in dit blog, Anton Wilhelm Amo. Als jongetje werd hij door de W.I.C. vanuit Amsterdam rond 1707 gegeven aan de Hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel. Hij werd Professor in de Wijsbegeerte en keerde waarschijnlijk rond 1753 weer terug in Axim. Wat er daarna met hem gebeurt is, weten we niet maar in Shama ligt dit graf.
Na Shama rijden we door en het idee dat Christiaan hier ergens met zijn ouders gewoond kan hebben, blijft een bijna onwerkelijke gedachte. Aan de zijkanten van de weg is het heel groen, het is tenslotte regentijd. Wanneer je heel goed kijkt, zie je dat alles gepland is, dat het bij boerderijtjes hoort, verscholen in het groen. Hier en daar zie je een klein paadje lopen en liggen er geoogste goederen aan de kant van de weg.
Op deze foto is zo’n stukje grond beter te zien. We rijden naar een klein vissersplaatsje Butre genaamd. Hoog boven het dorpje toornt een Fort genaamd Batenstein. Het is een steile klim naar boven, eentje die ik niet snel zal vergeten. Het uitzicht over de omgeving was overweldigend nadat ik mijn enorme hoogtevrees een beetje had overwonnen en durfde te kijken. Het lijkt een oerwoud maar het is bijna allemaal ontgonnen gebied waar kleine boerderijtjes staan.
Het Fort is niet groot maar nog wel goed bewaard. De lokale bevolking onderhoudt het Fort, toen we weer beneden kwamen werd er regelmatig gevraagd of we naar het Fort geweest waren. In Nederland had ik er nog nooit van gehoord, terwijl ik in de gemeente Vianen woon waar Kasteel Batenstein stond. Misschien zou het een mooie band kunnen zijn tussen Vianen en Butre.
Bij elk bezoek aan een Fort kan het niet anders dan dat ik aan Christiaan denk. Deze forten stonden er ook al toen hij hier als klein jongetje rondliep. Wie weet heeft hij er wel eens gespeeld zoals andere lokale jongetjes nu nog doen….
Na een steile afdaling weer naar beneden en onderweg naar ons hotel voor de volgende nachten. De plek is werkelijk prachtig. Ook dit is Ghana!
Echt heel mooi zeg. Ben er stil van en kijk telkens weer uit naar het volgende verslag.
Top!
Ja inderdaad top