Voor 1764 – Optie 1
Sinds ik weet waar Christiaan op zijn 21-ste was in 1764:
“Dat de Suppliant in den Jare 1764, Benevens twee van zijne landslieden Coridon en Citron in dienst is gekomen van wijlen haare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Douariere van Oranje Nassau en Vriesland,”
vraag ik mij af waar hij daarvoor was. Het zou toch ergens “op stand” geweest moeten zijn, hij zal toch niet zo van de straat aan het Hof verschenen zijn.
Ik denk een optie te hebben gevonden. Zou het zo kunnen zijn dat hij via Lodewijk Ernst van Brunswijk-Wolfenbüttel-Bevern in Leeuwarden terecht is gekomen?
De Hertog van Brunswijk zijn familie had Afrikaanse pages. Vele generaties. Bekend is het verhaal van Antonius Guilielmus Amo Afer (omstreeks 1703 – na 1753 vermoedelijk in Ghana) Op de leeftijd van ongeveer vier jaar werd hij door de Nederlandse West-Indische Compagnie naar Amsterdam gebracht. Volgens sommige verklaringen werd hij als slaaf verscheept, volgens andere werd hij gestuurd door een predikant werkzaam in Ghana. Wat er ook van zij, toen hij eenmaal was aangekomen, werd hij ‘ten geschenke’ gegeven aan Anton Ulrich, hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel, die hem meenam naar zijn paleis in Wolfenbüttel. Later was hij docent in de wijsbegeerte aan de universiteiten van Halle en Jena in Duitsland. Voor zover bekend is hij de eerste Afrikaan die aan een Europese universiteit verbonden was. (bron Wikipedia)
Anton Ulrich van Brunswijk-Wolfenbüttel was de betovergrootvader van Lodewijk Ernst.
Op mijn Pinterestboard zijn verschillende schilderijen van leden van de familie met hun Afrikaanse page te zien. Bijvoorbeeld zijn grootvader Lodewijk Rudolf van Brunswijk-Wolfenbüttel
Ook zijn moeder Antoinette Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel had een Afrikaanse page.
De genoemde Douariere van Oranje Nassau en Vriesland, is Maria Louise van Hessen Kassel, moeder van Stadhouder Willem IV en grootmoeder Stadhouder Willem V. Samen met de Hertog van Brunswijk had zij de voogdij over Willem V. In het boek Marijke Meu geschreven door dr. F.J.A. Jagtenberg lees ik dat er onder andere een briefwisseling tussen hen in de archieven te vinden is.
De moeder van de Hertog van Brunswijk overleed in 1762, stel nu toch eens dat de Hertog de page van zijn moeder aangeboden heeft aan Maria Louise als gezelschap. Beide dames waren lang weduwe, Antoinette Amalia 27 jaar en Maria Louise 54 jaar.
Christiaan schrijft ook: na bevorens te zijn in dienst geweest van hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe den princesse Douairière Frederika Louisa Wilhelmina van Brunswijk;
Frederika Louise Wilhelmina is de zuster van Koning Willem I en zij huwde Karel Georg August erfprins van Brunswijk-Wolffenbüttel. Zou Christiaan bij haar in dienst zijn geweest omdat hij Brunswijk kende?
De in Antje haar brief geschreven zin: “En dat haar dikwerf genoemden Vader altoos zelfs tot aan het smertlijk overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe de Princes Gemalinne, toen Douarriere van Z[ijne] D[oorluchtige] H[oogheid] den Heere Prins Willem de Vijfde”
intrigeert mij. Waarom was men smertelijk bedroefd bij het overlijden van Wilhelmina van Pruisen?? Dan speur ik de stamboom af en doe een ontdekking. Antoinette Amalia was de grootmoeder van Wilhelmina van Pruisen. Stel nu toch dat Christiaan bij Antoinette Amalia was, dan had hij Wilhelmina misschien wel als kind gekend, op bezoek bij haar grootmoeder en ontmoette ze de 7 jaar oudere page.
Het is een mogelijkheid maar ik heb nog geen enkel bronbewijs, dat is de volgende stap, op zoek naar bewijzen. Ik heb toestemming om het Koninklijk Huis Archief te bezoeken en hoog op mijn lijst staat de correspondentie tussen Maria Louise en Hertog van Brunswijk, kijken of er geschreven wordt over Presto. Mocht je tips hebben waar ik ook kan gaan kijken, laat het mij weten!
Misschien wil ik dit wel te graag hoor… heb ik een tunnelvisie omdat er een schilderij is…. een schilderij van Antoinette Amalia en haar Afrikaanse page……
De hypothese is er..