Waar hij in Amsterdam woonde
Het heeft even geduurd voordat er een nieuwe post was, ik ben druk (geweest) met het project “Nog Onbekend” en tussendoor werk ik ook nog….. Maar mijn hersenen hebben ondertussen wel doorgedacht over Christiaan en zijn leven.
Onlangs las ik de akte weer door uit 1777 waar in hij kwam vragen naar de fl 300,- waar hij vond dat hij recht op had. De originele verklaring is nu online in te zien op de website van het Amsterdams Stadsarchief.
Deze keer had zijn boosheid niet mijn aandacht maar de reden waarom hij vond dat hij recht had op de fl 300,-.
In de verklaring staat dat hij dit gezegd heeft:
“Dat hij getuige bij gemelde Presto gekomen zijnde, dezelve aan hem getuige, die een der meede Executeuren van het Testament van wijlen Vrouwe Magdalena d’Arrest Wed. den Heer Willem Couderc is, zeide, dat hij Presto gehoord had dat de domestiques van mevrouw Couderc ieder een Legaat van drie honderd guldens gehad hadden en of hij dit ook konde krijgen en wanneer, dat hij getuige hierop geantwoord hebbende, dat hij niet wist, nog gehoord had dat hij Presto iets moest hebben, en uit welken hoofde zulks dan zoude zijn gemelde Presto voorts zeide, dat mevrouw Couderc hem zulks mondeling beloofd had”
Christiaan was een “domestique” van Magdalena d’Arrest geweest. Tot nu toe had ik hier niet zo lang bij stilgestaan. Ik dacht dan aan de notariële akte van 1770 die nu ook online te zien is, en verder niet. In die akte staat:
“Verklarende zij getuige Grietje Jans alleen, dat zij getuige daarop met een blaker en een brandende kaars op dezelve, de deur open gedaan hebbende, heeft gezien dat de swarte jonge, welke woont ten huijze van vrouwe de weduwe Willem Couderq, die allernaast de eerste getuige woonachtig is”
Deze weduwe is Magdalena d’Arrest, zij is de jongste zuster van Abraham ‘d Arrest van wie we zeker weten dat Christiaan hem gediend heeft, 23 jaar zoals in zijn eerste brief staat.
Er staat dus echt dat hij er woont en mijn vraag is nu hoelang hij bij haar gewoond heeft… en tijdens het zoeken naar het antwoord op deze vraag, ontdekte ik nog iets anders.
De weduwe van Willem Couderc woont dus naast de eerste getuige, de eerste getuige is “Jacob Guitard, catoendrukker woonende op den Rapenburgergragt, ten huijze van Vr[ouwe] de wed[uw[e] Izaac Couderq,”
De weduwe van Izaac Couderc is Judith d’Arrest en inderdaad ook een zuster van Abraham en de familie d’Arrest is nog meer aanwezig. Jacob Guitard was gehuwd met Johanna-Magdalena Thuret, de dochter van Johanna d’Arrest, weer een zuster van Abraham.
Even een afbeelding om het overzichtelijker te maken met al die zusters:
Nu word ik toch wel heel nieuwsgierig of ik zou kunnen achterhalen waar Christiaan in Amsterdam, mijn geboortestad, gewoond heeft.
De Rapenburgergracht heet tegenwoordig Entrepotdok en op Wikipedia staat er veel informatie over. In de beeldbank van het Amsterdams Stadsarchief vond ik deze afbeelding:

Wintergezicht op de Plantage
De Rapenburgergracht (het latere Entrepotdok), gezien in westelijke richting, naar de brug voor de Plantage Kerklaan, met op de achtergrond de torens van de Zuiderkerk (links) en Oude Kerk (rechts). Vergelijk de tekening op naam van Jan de Beijer bij het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, inv.nr. KOG-AA-2-23-408.
Datering tussen 1770-1790
Deze afbeelding is precies in de periode dat Christiaan daar woonde…. maar in welk huis woonde hij dan? Daar is misschien wel antwoord op te vinden!
Weer terug bij het Amsterdams Stadsarchief kwam ik terecht bij de Transportakten en las ik dit:
Jacob Guitard koopt op de Nieuwe Rapenburgergracht een katoendrukkerij met loodsen, woningen en erven van Judith d’Arrest. Dit moet het huis zijn wat genoemd is als zijn woonhuis in de akte van 1770. Het woonhuis waarnaast Magdalena woont en “de swarte jonge, welke woont ten huijze van vrouwe de weduwe Willem Couderq”, Christiaan dus!
Nu komt de uitdaging van het lezen van de transportakte….
En dan ook nog de locatie terugvinden op de kaart!
“Katoendrukkerij met loodsen woningen en erven, over de Plantage” staat er, zou dat terug te vinden zijn? Zou het huis nog bestaan, zou ik in Amsterdam voor een huis kunnen staan waar Christiaan gewoond heeft? Hoe geweldig zou dat zijn!

Rapenburgergracht met links de Uilenburgergracht
Op de achtergrond de Montelbaenstoren en de klapbrug in de Nieuwe Uilenburgerstraat. Rechts de achterzijde van Uilenburg. Uitgave J.H. Schaefer, Amsterdam
UPDATE dd 02-06-2019:
Zo ziet het gebied er nu uit via Google Earth:
https://earth.google.com/web/@52.36846729,4.91600276,5.37787912a,494.84948765d,35y,0h,0t,0r
Het wordt lastig denk ik. De buurt is voor en in de 2e Wereldoorlog de Jodenbuurt geweest. Er zijn heel veel huizen gesloopt in de wederopbouw. In de jaren ‘ 70 is het een tafereel van de “ nieuwmarktrellen” geweest bij de bouw van de metro. Het Entrepotdok bestaat nu alleen nog uit verbouwde en gerenoveerde pakhuizen. De namen staan er nog wel op.
Misschien wel de plek…. Ik blijf hoop houden!
Je moet eerder denken aan de gracht achter Artis. Er wordt ook de Laagte Kadijk genoemd tot waar de huizen lopen.
Inderdaad, er staat ‘strekkende tot aan de laagten van den Cadijk’, dus ik neem aan dat de katoendrukkerij met de voorzijde aan het huidige Entrepotdok lag (tegenover Artis) en met de achterzijde aan de huidige Laagte Kadijk.
In de 19e eeuw is er veel veranderd in deze buurt, doordat het Rijk de pakhuizen als (belastingvrije) opslagplaats ging gebruiken en er een grote muur omheen zette. Het is dus niet waarschijnlijk dat het gebouw er nog staat, maar de plek moet wel te achterhalen zijn. Misschien zijn er nog meer aktes van Jacob Guitard of de families D’Arrest of Couderc/Couderq, met daarin meer informatie over de katoendrukkerij?
Op internet vond ik ook deze inventaris van het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA): https://search.iisg.amsterdam/Record/ARCH03906/Export?style=PDF
Zie vooral nummer 9 (pag. 4): transcripties en aantekeningen betreffende diverse drukkerijen: “Thuret, Guilau,Couderc, d’Suest – Rapenburgergracht”.
Dit archief is ondergebracht bij het IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, zit ook in Amsterdam) en misschien wel laagdrempelig in te zien?
In de transportakte die je hierboven aanhaalt, staat dat Isaac Couderc het perceel kocht op 29 nov 1753. Op die datum zijn o.a. de volgende 2 transportaktes terug te vinden op de website van het Stadsarchief:
– Willem Coudercq (jawel, met cq) kocht van het stadsbestuur “een stuk grond geleegen in de Nieuwe Rapenburgerstraat, oft laagte van de Cadijk, ter breete van vier en twintig voeten, en ter lengte van Eenhondert en vijftig voeten.”
– Isaac Coudercq (ook met cq) kocht van het stadsbestuur “een erf oft stuk grond van honderd en zestig voeten breet, en honderd vijftig voeten lang, geleegen in de Nieuwe Rapenburgerstraat, oft laagte van de Cadijk, strekkende van gemelde Nieuwe Rapenburgerstraat, tot aan de Nieuwe Rapenburgergragt.”
Als Willem Couderc met zijn Magdalena D’Arrest en (later?) Christiaan op dit stuk grond is gaan wonen, dan woonden ze dus aan de huidige Laagte Kadijk. Isaac Couderc bouwde op het naburige erf een katoendrukkerij, die dus met de voordeur aan de Laagte Kadijk stond en met de achterdeur aan het huidige Entrepotdok (tenminste: het adres was volgens het stadsbestuur ‘Nieuwe RapenburgerSTRAAT’, dus Laagte Kadijk).
Als je er nu rondloopt, zie je aan de zuidkant van de Laagte Kadijk alleen maar pakhuisachtige appartementen. Ik denk dat de huidige Hoogte Kadijk een beter beeld geeft van hoe de Laagte Kadijk er vroeger uitgezien moet hebben. Ook op de Hoogte Kadijk is veel nieuwbouw, maar vergeet niet dat de bebouwing in de ogen van Christiaan ook ‘nieuwbouw’ zal zijn geweest. In de transportaktes gaat het over ‘een stuk grond’, niet over een huis of gebouw. Zouden de Coudercqen de eerste bewoners zijn geweest van de percelen?
Wat misschien ook zou kunnen helpen, bedacht ik mij. Willem Couderc was ook eigenaar van scheepswerf Koning William. Daar heb ik een adres van:
https://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/weergave/record/layout/sortering/sk_datering_DESC?f_sk_collectie%5B0%5D=Collectie+Bureau+Monumentenzorg%3A+negatiefvellen&f_sk_geografische_naam%5B0%5D=Nieuwevaart&f_sk_gebouw=Oosterkerk&id=BMAB00014000071_008
Willem Couderc had samen met Hendrik Cannegieter Jansz een katoendrukkerij op de Laagte Kadijk. Hij en Izaak Couderc waren kleinzonen van Etienne Couderc. Hij was o.a. Gouverneur van Suriname en plantagehouder. Cynthia McLeod schreef over hem het boek “Hoe duur was de suiker?”
Ik vraag mij wel eens af of de kleinzonen van hun grootvader de katoen kregen….